Evangelische Gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst in de Nederlandsche Hervormde Gemeenten gebruikt te worden(1806)–Anoniem Evangelische gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 142] [p. 142] LXVII. Ootmoed. 1. Mij naar alles stil te voegen, Hoe veracht en bitter 't schijn', Zonder woorden, met genoegen, Aller knechten knecht te zijn, Nooit te pralen met mijn gaven, Nooit om menschen roem te slaven, Heer! ik zoek bij U alleen Deze wijsheid met gebeên. 2. Leer mij stil op paden wandlen, Waar uw oog alleen mij ziet, Stil verdragen, zwijgend handlen, Al ziet mij de wereld niet: Jezus! Gij kunt, door uw leering, Harten vormen tot bekeering; Bron van ootmoed! leer Gij mij Stil, ootmoedig zijn als Gij. 3. Schoon 'k vergeten, ongeprezen, Bitsen hoon te lijden had, Schoon 'k mijn' broedren vreemd mogt wezen, Elk van mij terugge trad, 'k Zou nog vrolijk juichen mogen, Sloeg ik maar gedurig d'oogen, Jezus! op het geen Gij deedt, Toen Gij alles voor mij leedt. 4. God des needrigen en stillen, Wien geen menschen roem behaagt, Die, wat G' ooit moogt doen of willen, Eenzaam doet, of eenzaam draagt; [pagina 143] [p. 143] God van hun, die nimmer klagen, Als zij zware lasten dragen, Die, hoe hoog ook 't leed moog gaan, Zwijgend d'oogen op U slaan! 5. God! Gij zijt mijn God, ik kniele Vol van vreugd voor uwen troon, Gij verkwikt, vertroost mijn ziele In het aanschijn van uw' Zoon. Jezus! die U zelv' verzaakte, Gij gezegend' en volmaakte, Maak mij naar uw voorbeeld, Heer! Regt ootmoedig tot uw eer. Vorige Volgende