Evangelische Gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst in de Nederlandsche Hervormde Gemeenten gebruikt te worden

[p. 140]

LXVI. Afmaning van de zonde.

O God! die eindloos goed en groot,
Voor ons uw' Zoon gaaft in den dood,
Gij eischt, dat deugd en heiligheid
Ons hier ten hemel voorbereid'.

2.

Och! dat uw Geest ons hart verlicht',
In ons de magt der zonde zwicht',
En wij, door uwen Zoon geleerd,
Zien, hoe G'ons waar geluk begeert.

3.

Wat oogst de mensch hier zonder deugd?
Een lang berouw na korte vreugd:
Bedwelming wijkt, verdooving zwicht,
En nu, nu dreigt het jongst gerigt.

4.

Wie hier zijn kracht der zonde wijdt,
Wijdt een bedrieglijk werk zijn vlijt:
't Geluk, dat hij zoo angstig zoekt,
Wordt vaak zelfs bij 't genot vervloekt.

5.

Maar die op uw genade bouwt,
En dankbaar uwe wetten houdt,
Vindt hier de rust reeds in 't gemoed,
En eens bij U het hoogste goed.

6.

Bij elken pligt, getrouw betracht,
Verliest de zond' iets van haar kracht,
Bij elken lust hier eens voldaan,
Wint zij te meer in krachten aan.

[p. 141]

 

7.

 

Algoede God! och, leer ons zien,

 

Dat wij, waar wij de zonde vliên,

 

En ons ontworstlen aan haar juk,

 

Den weg betreên tot waar geluk.

 

 

 

8.

 

Leer ons, hoe 't zaad, met smart gezaaid,

 

Eerlang met blijdschap wordt gemaaid;

 

De zaaijer hier slechts uren schreit,

 

De maaijer juicht voor d'eeuwigheid.

 

 

 

9.

 

Leer ons, hoe 't kwaad ons zelv' verlaagt,

 

Aan 't waar geluk des levens knaagt,

 

En, onder al de vreugd der aard,

 

In 't eind toch niets dan wroeging baart.

 

 

 

10.

 

Leer ons, hoe bij al 't aardsch verdriet,

 

Hij toch het zaligst lot geniet,

 

Die een gerust geweten heeft,

 

En voor geen' dood of oordeel beeft.

 

 

 

11.

 

Leer ons, dat wie U Vader noemt,

 

Daar hij in 't kruis van Jezus roemt,

 

Bij 't licht, dat zijne leer verspreidt,

 

Hier daaglijks rijpt voor d'eeuwigheid.

 

 

 

12.

 

O, Vader! Gij, die op 't gebed

 

Van zondaars, om uws Zoons wil, let,

 

Sta ons in onze zonden bij,

 

En maak ons van de zonde vrij.