Evangelische Gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst in de Nederlandsche Hervormde Gemeenten gebruikt te worden(1806)–Anoniem Evangelische gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst– Auteursrechtvrij Vorige Volgende LXIII. Liefde tot God. 1. Zal een kind zijn' vader minnen, Liefderijk God! en zullen wij U, o Vader! niet beminnen, Zulken vader niet als Gij, U niet boven alles achten? U, die alles waardig zijt, Komt ons goed, onz' eer en tijd, Al ons denken, al ons trachten, Wat men spreke, kiez' of doe, Komt het U niet eeuwig toe? 2. Wie kan uwe liefde peilen? Neen, wij kunnen 't nimmermeer, Englendoorzigt zou hier feilen, Elk staat hier verstomd, o Heer! O genaderijk ervaren, Onuitspreeklijk zalig goed, Dat Gij ons hier smaken doet! O weldadig zorgen, sparen, Liefdrijk weldoen aan een kind, Dat U veel te flaauw bemint! 3. En wij mogen ons beroemen In dat heerlijk kinderlot, U in Christus Vader noemen, Vader, U, oneindig' God! [pagina 136] [p. 136] Wij, wij wederspannelingen, Wij, bedorven van natuur, Overtreders ieder uur, Wij van zulk een voorregt zingen! Nimmer geven w' U, o Heer! Van die gunst, naar waarde, d'eer. 4. Wij weêrspannig, tegenstrevend, Spottend met uw hoog gezag; Gij verschoonend, graag vergevend, Steeds ontfermend al den dag; Wij gevoelen, wij gevoelen, God! daar is geen God, als Gij, Gij alleen zijt waard, dat wij Onze liefd' en ons bedoelen Eenig rigten naar U heen, Vader! ja, naar U alleen. 5. Och! drong eens dat alvermogen Uwer liefd' alomme door; Open aller blinden oogen, Open aller dooven oor; Geef, dat alle stervelingen, Geef, dat ouderdom en jeugd, Jood en Heiden, eens verheugd, Van uw liefd' in Christus zingen, Juichen om uw heerschappij, Meer U minnen nog, dan wij. Vorige Volgende