D.A.M. Binnendijk:
Realiteit, techniek, kunst
De sprekende film
Les êtres n'y apparaissent que comme des concentrations mouvantes de lumières à figure humaine. Leur qualité visuelle la plus frappante, c'est qu'ils ne parlent pas, ils agissent; ils ne disent rien, ils expriment.
Canudo: L'Usine aux Images.
DE twee opvattingen ten aanzien van kunst, die in groote trekken de scheiding bepalen tusschen aesthetica en anti-aesthetica, en welke de diepste oorzaak zijn van elken strijd op artistiek terrein, doen zich op het oogenblik met heftigheid gelden ten opzichte van de nieuwste der kunsten: de film. Het is eindelijk de ‘uitvinding’ der ‘sprekende’ film geworden, die voor ieder - niet alleen voor den aestheticus - een definitieve uitspraak over de film, een erkenning of een afwijzing van de film als kunst, noodzakelijk heeft gemaakt.
Tot nu toe waren er twee kampen: het kamp diergenen, welke in de film louter een technisch spel konden huldigen en die aldus film, auto, en onderzeeër op één lijn moesten stellen, - en het kamp van hen, die inzagen dat, boven de techniek als hulpmiddel uit, een kunst was geboren van bewegend licht en donker, een plastische dynamiek, welke zich niet liet rangschikken in een der bestaande aesthetische disciplinen. Uit de eerste groep kwam het denkbeeld der ‘sprekende’ film op, en geen wonder: is er voor den technicus wiens levensdoel het is om de natuur, de werkelijkheid, al nabootsend te vereenvoudigen, een kostbaarder en heuglijker resultaat denkbaar dan een beeld sprekend te maken! Hiermede immers wordt weer een schrede gedaan op den zoo geliefden weg, die leidt naar de algeheele vervanging van den Schepper, één schrede wederom nader tot het sublieme doel: het ei te fabriceeren zonder kip.
De techniek verhoudt zich tot de realiteit - als algemeene ervaarbaarheid begrepen - gelijk geëssentialiseerde herschepping tot schepping: de bewegingen en reacties der natuur worden op hun grondwettigste elementen onderzocht en door middel van werktuigen, en met gebruikmaking van natuurlijke krachten veelal, vereenvoudigd herschapen. Er heerscht dus bij den technicus nimmer de pretentie te scheppen uit eigen kracht, doch bij hem zit de bedoeling voor, om het reëele leven te vergemakkelijken of de werkelijkheid - bij wijze van vernufts-spel - na te bootsen op zoo onnaspeurbaar mogelijke manier. Deze laatste tendenz der techniek heeft de kunst reeds ontelbare parten gespeeld. Want hoevele ‘kunstenaars’ zijn er niet die - uit hoofde van hun ‘technisch’ gevoel en hun ‘technische’ mentaliteit - het hun hoogste roeping achten in de kunst de uitwendige werkelijkheid op het zorgvuldigst te benaderen. Alsof verf en woord en steen ooit natuur zouden kunnen worden, - behalve dan in den secundairen zin: tot nieuwe, andere natuur binnen de grenzen der