Erts. Letterkundige almanak. Jaargang 3
(1929)– [tijdschrift] Erts, letterkundig jaarboek– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 144]
| |
M. Nijhoff:
| |
[pagina 145]
| |
Sinsdien, wat er goed in mij is,
bleef bij dit te-veel in jou;
God rekene mij mijn leven niet aan,
Hij moge, als Hij mij verstaan wil, verstaan
het woord eener biddende vrouw.
Thans woon ik in donker land
en in een andere stad;
maar het regent hier veel, en als tien jaar gelêen
zingt het water dan 's nachts door de dakgoten heen;
o God, als ik dat niet bezat!
Als ik dat, niet bezat: het gebed
steeds in den regen verstaan! -
het goede is een onvermoeibare zang,
maar wat slecht is wordt moede, en is allang
vóór het zingen kan, ondergegaan.
|
|