Erts. Letterkundige almanak. Jaargang 3
(1929)– [tijdschrift] Erts, letterkundig jaarboek– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 91]
| |
Halbo C. Kool:Twee verzenDe ziel
OORSPRONKELIJK rond en volkomen,
doodelijk door de geboorte geschonden
heeft uit de voorjaarsstormen der droomen
een somber gevangene zich hervonden;
Sinds ingesloten achter de oogen
en door de handen, haar wachters, verraden
ziet ze van onder de wenkbrauwbogen
neer op de eigen, gevloekte daden.
Angst
VANNACHT hebben jullie elkander ontmoet
in het moederland van mijne droom.
O, welke gestalte het eerste begroet,
en met koelheid of hitte of schroom?
O, wie werd er grooter en wie week terug,
ja, op wie viel die hemelsche schijn
Nu ben ik weer wakker: een droom is zoo vlug,
maar op wie viel die hemelsche schijn?
| |
[pagina 92]
| |
Halbo C. Kool:
| |
[pagina 93]
| |
Halbo C. Kool:
|
|