Erts. Letterkundige almanak. Jaargang 2(1927)– [tijdschrift] Erts, letterkundig jaarboek– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Victor E. van Vriesland / Het twee-eenig einde De wereld die ik, eenen hartklop lang, Beeld van mijn wezen maakte en maatgezang Van mijnen adem, zal met mij verzinken, Wankel als ik, ongeloofwaardig blinken Van tijdelijke zon. Nu komt de nacht En wordt haar schijn ten snellen dood gebracht. Vaarwel, leeg spinsel dat mij eens omhing: Wij sterven samen, uit de schemering Zal van ons beide geen andere dag Meer opkomen. Reeds seint de zwarte vlag Des nachts dat alles er niet is geweest. Stemloos gekeeld als een gebonden beest Val ik, en gij, mijn wereld, valt met mij. Wij waren één; één Niets neemt nu ons bei. [pagina 103] [p. 103] Naar een caricatuur van A.H. Gouwe VICTOR E. VAN VRIESLAND Vorige Volgende