Erts. Letterkundige almanak. Jaargang 2(1927)– [tijdschrift] Erts, letterkundig jaarboek– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Albert Plasschaert / Marianne 1926 Het koele vleesch van dit kind tegen mijn hand, het koele vleesch van Marjan tegen mijn wangen; het nieuwe gepraat, dat dien mond verlaat; haar schaatren waarom en waarom een verlangen? En soms een begrip, als waar zij volgroeid en voltooid, als waren haar wenschen, gerond tot gedachten - en dan, op-eens, plotseling, teeder, te klein, een kleine stem, een eindloos de woorden verzachten, zóó hulploos, waarin ik vervliet, en verruim, en vervloei, en zie de waereld afwezig, en liefde waken, en vèr een terrein, en gebloei, en een fontein: klankklaar, doorstroomend, ons beider verrukte spraken. Vorige Volgende