Erts. Letterkundige almanak. Jaargang 1(1926)– [tijdschrift] Erts, letterkundig jaarboek– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 139] [p. 139] Johan Theunisz Droom Zoo mat en zwaar lag nacht nog nimmer op de daken, en in de perspectie even van de holle straat, gelijk in deze droom. Verwarde steunsels haken verwrongen-scheef ineen, alsof hun voegsels braken; de gevels nad'ren in een sombering van haat. Een onbekende stap klinkt vreemd op de plavuizen. Een moede loomte drukt de lage atmosfeer. De smalle kieren tusschen de mismaakte huizen, slorpen de voetstap òp tot nauw'lijks-hoorbaar suizen, en geven dan de klank in doffe stooten weer. De scheem'ring lokt naar volle koelte van terrassen. Maar hooge spiegels kaatsen een verwondrend licht op waaier-varens en de pluim der palmgewassen. De klamme lucht is zwaar, als overvuld van gassen, en de benauw'nis dringt, waar men de schreden richt. Dan eensklaps vallen eindelooze reeksen treden tusschen beklemming van geboomte naar omlaag: een avondpark, waar zwanen door de vijvers gleden, grotesk van gang, en van verdwaasd' onstuimigheden; maar nu, tot rust verstild, verwijd'ren zij zich traag. [pagina 140] [p. 140] Kade De stad loert laag om 't brandpunt van lantaren; in staande plassen troebelt wrakke schijn. En kille, trotsche trams, hoog-groen, bestaren met koud-strak oog het natgevlamde plein. Dan zwiept een orgel driftig zijn geluiden uit open, aangeslagen venstervlak, en kerft een donk're wals vol scheef beduiden de straffe stilte in, die wreed al brak op 't knoersen van de tram. De botte schepen, groteske, groen en zwart, ontkennen barsch het vage perspectief, en zetten dwars er op hun masten, aangelijnd met gaslichtstrepen. De schemer weeft de aarz'ling eener wade. De stad komt nimmer uit de greep der kade. Vorige Volgende