Erts. Letterkundige almanak. Jaargang 1(1926)– [tijdschrift] Erts, letterkundig jaarboek– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 125] [p. 125] Nine van der Schaaf Verzen I Die de geliefde meevoert die heeft gevonden En zijn ziel sterkt zich aan onzichtbare krachten En hij roeit vredig over een rustloos meer. Hoog glijden de vogels van zijn gedachte En de taal van de wind hoort hij in zijn zwijgen, Het bor'lende water veelstemmig omspeelt zijn boord. Er liggen woorden in zijn ziel gevlochten Van liefde. Oogen werden donker die in zijne zochten, Licht als de blauwe dag straalden de oogen der liefde En donker met de donkere woorden van het zielsgefluister. II Het geluk ligt bezijden alle wegen, is nooit Aan het einde te vinden, want aan het einde De landen der toekomst verrijzen, die zijn steeds Verder bij de nadering, ook is aan het einde De afgrond waarin alle kracht neerstort, maar bezijden Is meer, daar is de glimlach van die verpoost en schouwt En het zoet woord van de liefde wordt daar gesproken. [pagina 126] [p. 126] III Een deel van ons is de daad, een deel het eeuwige, Voor de daad is de aarde, voor het andere is ook Deze, en de daad is meer zooals het jaar Waar wij in leven meer is dan oude en komende tijden, Maar ook het andere is meer zooals de vogelvlucht Meer is dan de stap van het werkdier, en een liefdedroom Op aarde nooit wordt vervuld, het diepst aardebegeeren Zelf doet ons vluchten, daarom is liefde meer Dan dit leven en doet ons de dood roemen. IV Het nieuwe is opengegaan, waar het te aanschouwen? In dit snel flikkerende leven een te groot fantoom, Wij allen komen daarheen en sterven, Doch daarvóór voelen wij een stroom Die door de landen stuwt en het hart aanraakt, Het is in heel ons bewustzijn, er omheen Davert het donkere rumoer der wording. Ik wilde zijn een der droomgeesten, Die in de huizen van de armen fluisteren Van welvaart en van het andere dat mee zal komen, Heel de wereld zende zijn ontastbaar volk, Uit bosschen en zeeën en velden moeten zij aankomen, De wilde, de onvredige en de bloem-geesten Die stil zijn en heerlijkste in de levensspelen. Vorige Volgende