Erts. Letterkundige almanak. Jaargang 1

[p. 111]

Halbo C. Kool
De hartstochtelijken

Volgzamen kennen geen eerbied, slechts wetten
waarop zij varen met wind en stroom
tersluiks ook verlaten en weer bezetten
netten uitwerpend, glimlachend en loom

Eenzamen dragen armzalige lijven
en dobbelen om hun verminkte hart,
verliezen zij het niet, dan zenden zij het drijven
en kiezen zelve een kruiswijze start

Hij die een wereld verkiest boven menschen
of boven schaduw en koelte een god
heeft in zijn bloed nog het dreinerig drenzen
van die in wanhoop hijgt onder zijn lot

Maar zij die denkbeeld en ontroering vloekten
en met een sprong uit het graf zijn opgestaan
zij waren het niet die winst en uitgaaf boekten
maar die de weegschaal met hun doodszweet lieten overslaan

Bij dag merkt men hen niet daar zij zon banden
om de vermoeidheid en het vluchten van het volk
maar bij nacht doen ze sterren en droomen branden
en de maan licht hen bij, wankelende over een wolk

[p. 112]

 

Hun spoor liet malen in de huid der aarde

 

zij staren van de voorplecht door een heldere ruit

 

zij sturen en vermaten elker wending waarde

 

en zweven straks onstuimig vóór de aarde uit.

[p. *27]

RICHARD MINNE

[p. *28]

Foto Berssenbrugge
PLASSCHAERT