Erts. Letterkundige almanak. Jaargang 1(1926)– [tijdschrift] Erts, letterkundig jaarboek– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina *4] [p. *4] J.W. DE BOER [pagina 17] [p. 17] J.W. de Boer Uit een eenvoudig boek-in-voorbereiding Aan de balken staat het gekorven: God nam klei en zand, en bouwde daarvan het lijf; God nam veen en vormde daarvan het ingewand; God schepte water uit de zee en goot het in de holle aderen; God koos bloemen en deed ze de oogen worden; Van berken- en wilgenhout boog hij de beenderen; Uit ruige heide plantte hij het struische haar.... Toen ademden de schepselen en gingen heen uit zijne hand. Zij dreven op alle getij door de wereld en waren arme friezen. Elk zwierf aan z'n bestemming voorbij, Daar stond God en Ving ze weer op in Zijn armen. En hij troostte: ‘Ik heb uit de stilte van uw hart stormen gebouwd’.... En hij nam den mist die weenend ronddreef, En stelde dien tot wachter, tot stillen wachter Rondom hun ziel. Vorige Volgende