Een nieuw liedt-boeck, genaemt het Enchuyser bot-schuytjen
(1681)–Anoniem Nieuw liedt-boeck, genaemt het Enchuyser bot-schuytjen, Een– AuteursrechtvrijEen nieuw liedt-boeck, genaemt het Enchuyser bot-schuytjen. Jan Palensteyn, Enkhuizen 1681
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: 3 E 33
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Een nieuw liedt-boeck, genaemt het Enchuyser bot-schuytjen in de eerste druk uit 1681.
redactionele ingrepen
Een deel van de tekst is moeilijk leesbaar. Dat is hier tussen vierkante haken aangegeven.
p. 5: uaeste → naeste: ‘Of van u naeste bloet’.
p. 5: Sond' → Soud', ‘uiet niet: Soud' ick daerom niet varen’.
p. 5: leveu → leven: ‘Hoe derf dy dan u leven’.
p. 10: een een → een: ‘En derft 't licht als in een duyster graf’.
p. 11: Wauneer → Wanneer: ‘Wanneer het ongeval den mensch komt naecken’.
p. 11: aertsce → aertsche: ‘Daer leyt den Helt die als een aertsche’.
p. 12: Het onjuiste strofenummer 4 is verbeterd in 2.
p. 16: n → u: ‘Ghy dan velt zijn ziel Godinne want u dat mishaeght’.
p. 18: qnijdt → quijdt: ‘Kuypedoos pijt, scholt haer niet quijdt’.
p. 19: Adienw → Adieuw: ‘Adieuw mijn vriendinne ick scheyde van hier’.
p. 21: gemryn → gemeyn: ‘Het Kussen is nu soo gemeyn’.
p. 21: tck → ick: ‘'t Waer voor mijn best dat ick u liet’.
p. 23: Datr → Daer: ‘Daer mijnen sin op staet’.
p. 24: hebeuren → gebeuren: ‘Och mocht sy my gebeuren’.
p. 24: wyn libsuteyt → myn liberteyt: ‘Dat ick mijn liberteyt’.
p. 26: droeflelyck → droefelyck: ‘Seer droefelyck gesint’.
p. 26: wat wat → wat: ‘My wat goets verhoopen doet’.
p. 26: sakeridie → saken die: ‘In veel saken die vermaken’.
p. 28: Ioyghmans → Ionghmans: ‘Wat Ionghmans seggen en menens niet’.
p. 30: cesseven → cesseren: ‘Aenschijn van dijn doet pijn en smert cesseren’.
p. 32: Eu → En: ‘En tot mijn recompensy’.
p. 33: miju → mijn: ‘Houw waer mijn trouwe Soldaten’.
p. 35: Het ontbrekende strofenummer 15 is toegevoegd.
p. 38: quanfuys → quansuys: ‘Ie weet noch nieuwers af quansuys’.
p. 39: wenchste → wenschte: ‘Sie daer ick wenschte dat je binnent Iaer’.
p. 42: myq uam → my quam: ‘Die my quam weder minne la la’.
p. 46: mnij → mij: ‘'t Heeft mij oock nimmermeer verdroten’.
p. 54: niet niet → niet: ‘Heb ick u niet in mijn wooningh’.
p. 56: gevagen → gevangen: ‘U Volmaeckte beelthout mijn ziel gevangen’.
p. 57: Brnydegom → Bruydegom: ‘Het A. B. C. der Liefde de Bruydegom die spreeckt’.
p. 57: Het onjuiste strofenummer 2 is verbeterd in 3.
p. 58: nwen → uwen: ‘Om te beschrijven breeder uwen lof’.
p. 59: iu → in: ‘Sy spreken in 't vryen woorden schoon’.
p. 60: Hieer → Hier: ‘Hier op het Aerdtsche dal’.
p. 60: ,t → 't: ‘Dat is by haer in 't velt’.
p. 60: Wan → Want: ‘Want alle die hoofse rancken’.
p. 62: ghn → ghy: ‘Daer ghy tot u playsier’.
p. 64: am → om: ‘En gaet noch ees om hoy’.
p. 68: licktack → ticktack: ‘Dat ick een ticktack of verkeer’.
p. 69: vermaec → vermaecken: ‘In het Hof en kan ick my niet vermaecken’.
p. 71: schoonte → schoonste: ‘De schoonste Maeght’.
p. 74: daer daer → daer: ‘Die stondt daer in gespant’.
p. 83: klrchten → klachten: ‘Ick offer u mijn klachten’.
p. 87: Gou → God: ‘'k Sweer u by de God Jupijn’.
p. 88: vriendenne → vriendinne: ‘En stroyt dee voor mijn vriendinne’.
p. 89: mijn mijn → mijn: ‘Ey! sit wat aen mijn zijde’.
p. 91: Inffrouw → Iuffrouw: ‘Goeden dagh Iuffrouw wilt ghy my nu betalen’.
p. 93: niemadt → niemandt: ‘Dat niemandt jou niet kennen en kan’.
p. 94: kleyu → kleyn: ‘Hy klopten met sijn kleyn vingerlijn aen’.
p. 94: trrotjen → troutjen: ‘Ick hebber den Ruyter mijn troutjen ghegeven’.
p. 94: iu → in: ‘Te mey dan komter de Somer in 't Lant’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten.
[pagina 1]
Enchuyser Bot-schuytjen zijnde het derde deel van 't Enchuyser Haringh-Boot, en het vervolg of tweede deel van de Enchuyser Dentjager, versien met verscheyden uytstekende Nieuwe Liedekens, soo wel voor Visschers, als voor Vogelaers, en Amoreuse Ionghmans en Ionghe Dochters, den eersten Druck.
Tot ENCHUYSEN,
Gedruckt by Jan Palensteyn, Boeck-drucker ende Boeck-verkooper, op de Zuyder Havendijck, in de Bijbel, na de laetste Corectie 1681.