Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 49

[p. 411]

Pact 1939
door Top Naeff

Opstandig hart, waarvoor gestorven,
Waarvoor ‘doorschoten op de vlucht?’
Uw vanen bloeden in de lucht....
De beul heeft u het spel bedorven,
Het groote treurspel werd tot klucht.

Zij reikten hun besmeurde handen
Hoffelijk lachend naar elkaar:
‘Mijn broeder, heil, in het gevaar,
De zege is ons, in glans en schande,
Eén onafzienb're doodenbaar.

De mijnen zijn om u gevallen,
Verjaagd, gebrandschat en beroofd,
De uwen boetten met hun hoofd
Voor mijne leuzen; in getallen
Waaraan geen duivel had' geloofd.’

Twee, die de wereld, om hun grillen,
Vertrappen met het jonge zaad,
Zij zijn nu dief en diefjesmaat.
De laatste mensch van goeden wille
Spuwt op dit schamel hoogverraad.

[p. 412]

 

Waarvoor gestorven, waarvoor sterven,

 

Blonde soldaat, in schuim en slijk....?

 

Verraden zijt ge. 't ‘Vergelijk’

 

Houdt niets meer in dan het verderven

 

Van menschen, elk aan u gelijk.

 

 

 

Wat bij den kruisgang der geslachten,

 

Als de Oosterster blonk in den nacht:

 

Van jongen Droom de fiere dracht,

 

De goede trouw van de Gedachte,

 

Met één hand was 't om hals gebracht.

 

 

 

Dichterziel, durft ge u nog klampen

 

Aan een der spaanders van dit wrak?

 

Gij, bonte zwervers zonder dak,

 

Zaagt gij, door 't rookgordijn der rampen,

 

God's glimlach, die den einder brak....?