Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 48(1938)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 257] [p. 257] Bij het bereiken van de middelbare leeftijd Door J. van Hattum Wees kalm mijn hart, mijn fiere, sterke loper: hoe dat Ge draaft: de Dood ontloopt Gij niet; geloof maar weer in Sinterklaas en Piet en Albert Heyn maakt het leven toch goedkoper. Wat deert het, wat de buurman poogt te flikken, en waartoe strijden tegen 't Kapitaal? breng weer de ooievaar in het verhaal; met minder kopzorg zal de zaak zich schikken. De winteravonden; de Neon-licht-reclames; 't stupide drent'len in de Kalverstraat; en van ‘den besten vriend’ het laagst verraad en soms 't applaus der Heren en der Dames. En ied're dag op hetzelfde uur ontbijten; de koude tram; het hoge carillon; het spreken van de regen en de zon en, clandestien, eens iets aan diggels smijten. Het is wel goed en nauw'lijks te versmaden; Holland is groot en groot z'n vorstenhuis; - we zingen het Lied van Aldegonde thuis en spreken weinig meer van barricaden - Wat was de jeugd onzinnig en vermetel; hoe ziet men alles later wijzer in; de politiek heeft weinig anders zin, dan het oude spreekwoord van de pot en ketel. [pagina 258] [p. 258] Nu is het goed - bebuikten minnekozen; haalt in, haalt in de kuise achterstand; - staat niet de wereld hier en daar in brand? - geniet de nabloei van de zomerrozen. Eilaas - en ook Het Hoogste niet vergeten; hoort allen vrienden, want nog is het tijd: trekt nu Uw wissel op de Eeuwigheid; bekent in deemoed, wat G'U dorst vermeten. Wat dàn nog rest: 't uiteindelijk liquideren, het Aardse en Hemelse voorgoed beslecht.... beken slechts eerlijk: Dominee had recht en schikt U in Uw donzen eng'len veren Eens vlieg ik rond met Juffrouw Amélie, de rose-gewiekte van de zuiv're min, en stijg gebuikt en met mijn dubbelkin.... et le Désert sera mon Paradis.... Wees kalm mijn hart en wil niet langer wikken, al brengt de zomer ons de herfst nabij; herinner U, wat Oma altijd zei: dat God ten goede alles kan beschikken. Beleid fideel, zeg: de voorlaatste zonde; een stevig rukje aan de jockey-pet en dan: to horse! (dat is: het zachte bed) er werd geschoten voor de laatste ronde.... Vorige Volgende