Terwijl zij onder toezicht van haar kleine meesteres de verleidelijke heerlijkheid opslurpte, nam Rie de gelegenheid waar om eens in het doosje te kijken. ‘Gek, dat het heelemaal niet schreeuwt,’ dacht ze. ‘Zou het zoo vast slapen?’
Voorzichtig raakte ze het aan. ‘Och....,’ ontsnapte haar lippen.
‘Wat is er?’ kwam Baby, ‘waarom kijk je zóó?’
‘.... Het lijkt wel dood....’ flapte zij eruit.
Idioot! schold zij zich meteen. Waarom zeg je dat nu weer tegen zoo'n klein kind?
Maar Baby was nieteens verwonderd. ‘Net als die vogel die je laatst begraven heb?’ vroeg ze.
Rie knikte.
Tom kwam zingend van boven, maar hij zweeg toen hij het strakke gezichtje van zijn dochter zag, onderaan de trap.
‘Well, what's wrong, baby-mooncalf,’ vroeg hij plagend.
‘Je moet niet lachen, Dad. 't Is dood....’
Meteen werd hij ernstig en liet zich aan haar kleine hand naar de kast brengen, stond even stil naast haar. ‘Arme Lady Purring,’ wisselde hij een blik met Rie. ‘Waar is ze?’
‘Buiten,’ zei de benepen stem van zijn vrouw. ‘Ze heeft het nog niet gemerkt, denk ik....’
Dien ochtend ontbeten zij zonder vroolijke plagerijen, zonder schelmsche woordspelingen en het eigenwijs getwetter van Baby's stemmetje. Alle drie dachten zij aan de kleine poes, die uit overgroote waakzaamheid haar eigen jong had doodgedrukt. En toen Purr na haar ochtendwandeling binnen kwam, keken drie paar oogen haar vol meelij aan, volgden angstig haar bewegingen.
Eerst wiesch zij zich op haar gemak, rook aan een paar kruimels, sprong tegen 't behang om een mug te vangen - liep dan, vol haast opeens om de tafel heen en deed met een paar tikjes van haar pootje de kast open, wipte naar binnen.
Rie zuchtte, en Baby ook.
‘.... Wat zou ze nou doen?’
‘Laat haar,’ zei Tom.
Maar na 't ontbijt, toen Baby en Dad met den uitbundigen Gourmand den tuin in waren gegaan, moest Rie even kijken, al voelde zij zich ook alsof ze verboden terrein betreden ging.
....Purr snorde zoodra zij haar zag. Dan likte zij het beweeglooze jong met lange, liefkozende halen van haar roze tong. En Rie moest slikken toen zij de kast dichtdeed.
Dien heelen ochtend verliet Lady Purring nauwelijks haar post, maar