Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 47(1937)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 255] [p. 255] Vandaag Door Top Naeff Dit uitwas aan den tijd, Waarin wij leven moeten In horden en in stoeten, Elk in zijn eenzaamheid. In daverenden pas, Bij 't luid alarm der koren, - Wie kan den hartklop hooren? - En platgetrapt het gras. Vriend, kom mij niet te na.... Wij gaan dezelfde wegen, Maar zijt gij vóór of tegen, Waar op de bres ik sta? Het is dezelfde vraag In zooveel schichtige oogen. 'k Had lief, ik werd bedrogen, En weer geen hoop vandaag. Hoe zijt gij mij gezind Met al uw groote woorden? Ginds martelen ze en moorden, En de asch waait met den wind. Daar zijn in het gemoed Der eenzame enkelingen Zoo diepe hunkeringen.... Men zegt: ‘de mensch is goed.’ [pagina 256] [p. 256] In 't holste van mijn hart Wil ik daarin gelooven, Schoon 't bieden is en loven En hard gaat tegen hard. Op leven en op dood Staan man aan man de scharen, Doorvechten zij de jaren Om vrijheid, macht en brood. Elk spreekt zijn eigen taal, Voor de and'ren onverstaanbaar. Bloed stroomt.... en onbegaanbaar De wegen; perk noch paal. Ga heen, ik wil u niet, Uw leuzen en fanfaren, God zal de ziel bewaren Die niet uw werk doorziet. Doch keer nog eenmaal, keer.... Laat me u in de oogen schouwen, Mensch, schenk mij uw vertrouwen, Dat ik vertrouwe u weer. De wereld ligt in nood. Daar staat een kind te schreien.... Raapt, helden der partijen, Zijn vlieger uit de goot. Vorige Volgende