Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 47(1937)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 111] [p. 111] De dichter Door Theun de Vries Hij legerde waar offerbranden rookten diep in het schemerig gewijde woud, hij zag de afgestorvenen die spookten en sloeg vervaard de harp van vurenhout. Hij staarde van 't slank vikingschip vooruit boven de achtersteven naast de helden, en zong bij 't rondgaan van de drinkkan luid de liederen die roof en roem vermeldden. Hij hing aandachtig uit het kruisboograam toeziend wanneer men zijn mysterie speelde, ging heen als men de verzen lof toedeelde en was allen laag en zonder naam. Hij schreef bij dag aan het taveernevenster zijn refereinen of het klaar sonnet, maar sloeg de nacht door, dobbelende met een rode lansknecht om de marketentster. [pagina 112] [p. 112] Hij schudde 't wufte poeder van de haren op de elpen schouder van zijn dame; en vond hij als zijn mond het wegblies de andre mond dan bleef een slank ronddeel 't vergrijp bewaren. Hij droeg de vrij heidsmuts der vuurge harten, dichtte zijn oden, dreigend en muitziek, vocht onder de adelaars van Bonaparte en vestte keizerrijk en republiek. Nu zwerft hij vol van die herinnering de steden door van 't westen, hoort de nachten dof ruisen van gebrokene gedachten, en droomt van daden die hij nooit beging. Rondom hem rijzen nieuwe tempels, torens, een Babel dat heropstaat, stout en koel, in ijzer en cement. - Maar hij heeft doel en moed in een verzonken eeuw verloren. Vorige Volgende