Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 46(1936)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 414] [p. 414] Juninacht door H. Koch In stille zoele zachte Juninacht is 't wonder weer aan ons teruggegeven. In korte stille zoete Juninacht is toovernevel om elk ding geweven. De stilte die bezield van leven lijkt, een enkle late lach, een ver gerucht, een pijlstaart, die snel over struiken strijkt, een lange ritselende zucht van populieren, en het vreemd geflap van vleermuisvlerkjes, wendend weer en keerend, en 't gaan van de adem, en van d' eigen stap, en klaver koel om bloote voeten veerend, en het verrukkend zingende gedrop van levend water, eeuwig oergeluid en van het hart het heviger geklop als wil het ver zijn kleine woning uit. Een zacht geplomp in 't donker watervlak, - de acacia, vol trillend vlinderzweven, staat onder roomwit geurend bloesemdak bedwelmd van heerlijkheid stil in zichzelf te leven. [pagina 415] [p. 415] Haar adem zwaar van zomerwarme droom vermengt zich met den geur van anjelieren en zoet nog zonwarm hooi, en paradijsaroom van de appelgeur der eglantieren. En om en boven 't al, de hemel, lichtdoorzeefd waar ver een enkle ster te schijnen staat zoo vreemd en nieuw, en nooit genoeg beleefd als zachte hand en eindloos lief gelaat. Het is of alles dubbel eigen is en toch zoo anders, en zoo ver gebleven, zooals in dier'bre droom het zalig zwijgen is als men zich weifelloos weet weggegeven aan 't dicht genaderd wezen, nooit aanschouwd, aan oogen waar de onze niet van wijken konden, aan innig zoete glimlach, diepvertrouwd en handen die vanzelf de onze vonden. O Juninacht die mij weer droomen doet, - daar zijn alleen maar oogen, en een lach, een teedre lach, zoo onbeschrijflijk zoet.... Kan 'k ooit weer leven in den droomeloozen dag? Vorige Volgende