Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 44(1934)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 57] [p. 57] Voor een vrouw door Bert Bakker ‘- - - toen hij weerkwam, vond hij haar, oud en blind en kindsch.’ Brief 9 Januari 1923. De herfst heeft aan je haar den glans ontnomen; Je handen dor gemaakt; je oogen blind en moe. - - - - De deur stond open - en ik bèn teruggekomen. Maar je hebt niet gevraagd: Wanneer? en: Hoe? Je wacht misschien en luistert, tot ik zal beginnen En je vertellen, wat mij huiswaarts dreef, Den tuin, de iepenlaan, de kamer binnen, Waarin je eenmaal eenzaam achterbleef? - - - - Ik ben gegaan - ik ben teruggekomen. De jaren door is druk mijn deel geweest. Het leven heeft mij veel gegeven en mij veel ontnomen. - - - - En er is niemand, die de pijn geneest. En er is niemand, die mij aan zal nemen. En niemand, die de tafel dekt en toebereidt. En niemand, die mij bij de hand zal nemen, En om mijn thuiskomst zich verblijdt. [pagina 58] [p. 58] Misschien liet je de deuren èlken avond open, De tafel toebereid, de lampen aan. Misschien ben je me soms wel tegemoetgeloopen En zag je alle zwervers voor jouw zwerver aan. Misschien - ik weet het niet - want luisteren naar mijn voetstap buiten - onder het venster - als een goed en diep-vertrouwd geluid, Zou alle angst en onrust plòtseling buitensluiten En drijven elk verwijt je zachte oogen uit. Misschien - ik weet het niet - ik zal niet verder praten. Wij zijn elkaar en ook onszelf zoo vreemd. Het zal wel goed zijn, dat ik je opnieuw ga achterlaten, En jij je eigen en vertrouwde rust herneemt. Want wij zijn eenzaam en wij zullen eenzaam blijven. Jij hier - ik verder op mijn einddoellooze reis. - - - - Totdat de dood ons eens zal samendrijven Binnen de tuinen van Gods Paradijs. April 1933. Voor M.H.O.-v. L.V. Vorige Volgende