De opstand
door K.J. Erenst
JULI.
Overal onder den strak blauwen hemel wuift het groene koren, tot aan den horizon. Alleen heel in de verte, naar den kant van de Wjatkarivier, zijn de heuvels zichtbaar, grootendeels begroeid met dennen, wier toppen als scherpomlijnde silhouetjes op het blauw geplakt schijnen. Tusschen de boomen, fonkelt een groot, wit landhuis.... Er voor ligt een uitgestrekt grasveld, aan weerszijden ingesloten door de hooge, geurige dennen.
Maar wanneer men door de hoofddeur naar binnen gaat, komt men niet, zooals men zal verwachten in een voorname hal, maar staat weer onder den blooten hemel, die hier echter in stukjes verdeeld lijkt door de vele stutten en balken, die den gevel moeten steunen. Van het landhuis bestaat namelijk alleen de voorzijde.... Aan den achterkant staan op een felblinkende zandvlakte vele loodsen en een steenen gebouwtje.
Boris Iljawitsch staart over zijn met papieren beladen bureau uit over de loodsen. Het heftig weerkaatste licht op de plaatijzeren daken pijnigt zijn oogen....
Boris Iljawitsch, de regisseur. Maar hij is meer dan dat, leider, heerscher en tyran is hij. Reeds jaren vervaardigt hij films in opdracht van de Sovjetregeering, propagandafilms voor het communisme. Hij heeft er meesterwerken van weten te maken, die overal, waar ze vertoond zijn, ontroering en enthousiasme teweeg hebben gebracht. In Moskou staat hij dan ook in hoog aanzien bij de regeering, maar zijn spelers mogen hem minder graag, zij vinden hem eerzuchtig en buitengewoon veeleischend... Dezen winter heeft hij wederom opdracht gekregen een film te maken, die tot uiting moet brengen den strijd, dien de pachters van voor de revolutie hebben moeten voeren tegen de grootgrondbezitters en hun overwinning. Moskou verschaft hem geld en zegt medewerking toe, wat betreft voorziening van voedsel. Voor de rest, moet hij zich zelf redden, men heeft in Rusland thans geen tijd voor kleine dingen....
Boris Iljawitsch heeft zich weten te redden. Hij heeft een terrein uitgezocht bij den oorsprong van de Wjatkarivier, midden in de eenzaamheid, ver van steden en dorpen. Met opzet heeft hij dit gebied gekozen, om te verhinderen, dat het volk, hetwelk hij voor zijn massascènes moet engageeren, weg zal loopen, zooals hem vroeger dikwijls overkomen is. Daarna heeft hij in dienst genomen ongeveer zeshonderd boeren, met vrouwen en kinderen, eveneens niet uit de naaste omgeving, een tiental beroepsartisten en een