In memoriam Willem Brouwer
In een der laatste dagen van Mei stierf in Leiderdorp Willem Brouwer, 55 jaren oud. Een in veel opzichten merkwaardig man met de taaie wilskracht van een voortrekker en bezield met een altijd parate geestdrift voor het schoone van zijn ambacht.
Dat ambacht was oorspronkelijk alleen het pottenbakken en ware hij daarbij gebleven, dan zouden wij hem toch dank verschuldigd zijn, omdat hij, die een sterk sociaal voelend mensch was, in zijn geglazuurd aardewerk voorwerpen maakte, goed van vorm en kleur, welke voor welhaast ieder bereikbaar zijn. Hij maakte geen dure unica, zooals die in musea achter glas worden geplaatst, maar sier- en gebruiksvoorwerpen, goede ambachtstukken zonder veel pretentie en niet kostbaar. Met dat pottenbakken was hij in Gouda begonnen, maar reeds van 1901 af had hij zijn aardewerk en fayencefabriek ‘Vredelust’ in Leiderdorp, waar hij tot zijn te vroegen dood heeft gewerkt.
De naam van Willem Brouwer zal echter voornamelijk voortleven door het opbouwend werk, dat hij heeft verricht door uit klei bouwaardewerk en allerlei andere voorwerpen als tuinbanken en -versieringen, ja heele monumenten te bakken. Daarin is Brouwer een voorganger geweest aan wien Nederland het te danken heeft, dat het een typisch nationale uit klei gebakken plastiek heeft voortgebracht, prachtig harmonisch aanpassend aan onze baksteengebouwen. Men kan deze bedrijvigheid van Brouwer het beste vergelijken met die van de vroeg-middeleeuwsche bouwers van de kerken in het noorden van ons land en Noord-Duitschland, die bij gebrek aan natuursteen hun bouwwerken versierden door middel van het eenige materiaal, dat de grond opleverde, de klei, waaruit zij ornamenten bakten, welke in zuidelijker streken uit natuursteen werden gehakt. Als voortzetter in andere richting van deze autochtone bouwnijverheid kan men Willem Brouwer beschouwen, die nog een stap verder ging en, behalve allerlei voorwerpen, ook figuren van menschen en dieren, symbolische voorstellingen enz. in klei ging bakken. Hij schiep in Nederland de baksteenplastiek, welke wij door zijn bekwame en gevoelige hand thans zien aangebracht aan tal van openbare gebouwen, scholen, raadhuizen, banken enz. Van zelf ging dat allemaal niet en wie het voorrecht heeft gehad, Brouwer te kennen, weet, hoeveel strijd, hoeveel zorgen en teleurstellingen hij heeft gekend, voordat hij had gevonden, wat hij zocht. Maar hij vond het, want hij was niet alleen kunstenaar, maar ook een ambachtsman, die zijn vak technisch tot in de kleinste bijzonderheden beheerschte en die voor zijn handwerk die edele aandrift voelde, zonder welke het schoone niet kan ontstaan. Na lange proefnemingen vond hij de juiste samenstelling van de klei en de juiste manier van bakken, waaruit het sterke, zeer harde, tegen vorst bestand materiaal ontstond, het bouwaarde-