Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 41(1931)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 184] [p. 184] Ballade der lantarens door Jacob Hiegentlich In Amsterdam hangen ze hoog aan sierlijk gegoten palen, ze zien met hun geelglimmend oog de kleine menschen dwalen, en buigen elkaer zonderling den langen hals toe onderling. En in Parijs peinst men: hoe zal aan deze lange boomen de edele dichter De Nerval om 't leven zijn gekomen. 't Licht steekt onbarmhartig minachtend en hooghartig. Een man verlaat met loome stap de zwoelbedorven zalen van 't volksbal in de rue Delappe, hij wil wat ademhalen, hij drinkt de lauwe lindelucht en denkt ‘aan Amsterdam terug’. [pagina 185] [p. 185] Wie stil en in zichzelven leeft, hem tergt geen ijdel wenschen, hij wil niets anders dan hij heeft, verlangt ook naar geen menschen. Hij leeft in zich geruster van driften onbewuster. Aan 't smal en groen verlicht hotel van uw vermoeide lusten zingt de valsche lantaren wel: gij kunt hier toch niet rusten. Zeskantig licht bloeit fletscher en zeer veel ouderwetscher. Wie boven 't gloeiend maangelaat en nachtelijke rozen de wilde gele avondstraat schandelijk heeft verkozen, leert dat hetgeen van vleesch is kort duurt en tevergeefsch is. Vorige Volgende