Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 41(1931)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 115] [p. 115] Odusseus' afscheid door J. Slauerhoff De flambouwen waren laag en walmend Om hun nachtwaak onder de gewelven En hun schaduwen grooter dan zijzelven. En zelfs Laïs die anders lachte, Scherts sloeg uit iedere gedachte, Sloop rond, gebukt en talmend. Door het woud dat anders ruischte, Kreunde de wind, verweg in 't duister, Hier om de gebouwen galmend. Verworpen de helm, in een hoek; Als een zon zonder glanzen In 't riet, tusschen scheeve lansen. Aan den laagvlammenden haard, De held, reeds halfgewapend, Het hoofd in de handen. Slapend? Huivrend wanneer de gebiedster Hem weer, stilschrijdend, genaakte, Haar adem zijn haren raakte. Dan viel bij een windstoot, vaal, Plotsling de schaduw van 't zeil Over de verre zaal, De vrouw, de vrouwen, de man Die zat ineengedoken En nu, in één sprong, den ban Brak, met ontladen kracht, Zich banend door den nacht: Het noodlot heeft aangebroken. Vorige Volgende