Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 39

[p. 390]

De slaap,
door Elisabeth Reitsma.

Hij komt van verre, droomverzonken stranden,
De blankgemantelde, behoedzaam, zacht,
Gelijk een speelsche minnaar, onverwacht,
De ziel omstreelen met zijn teedre handen.

En wijl zijn oogen zorg en leed verbanden
Volgt zij hem willig in zijn vreemde macht,
Als hij in zilveren sterkaros der Nacht
Haar meevoert naar zijn prinselijke landen.

- - - - - - - - -
En even wonderlijk, als hij haar nam
Verlaat hij haar in 't koele licht der dagen
- Zij peinst - en weet niet meer vanwaar zij kwam,
Als had een sterke golf haar meegedragen
En aangespoeld - maar als het duister wast
Wacht zij hem weer tot hij haar stil verrast.