Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 39(1929)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 334] [p. 334] De alchimist door Theun de Vries. Hier in dit schemerhol waar slechts de tongen der zwaavlen vlammen somber licht doen flakkren - zoo vaak mijn hand den ademtocht laat wakkren der blaasbalg - rust het, aan geen ding ontwrongen, O vreemd geheim dat aarde en vuur herschept: woord, hunkerend begeerd en wild gebeden, dat in een ondoordringbaar grijs verleden een levend wonder was en ongerept, en sinds, gebannen in de perkamenten, op nieuw bevrijden wacht, - vínd ik u óóit tusschen het stof en gruis der elementen en grauwe bladen allerzijds verstrooid -? De jaren zijn verouderd en verweerd. De smeltkroes heeft alkaliën en metalen met mijn geluk mijn liefde’ en jeugd verteerd: Zal ik nog een ontraadseling behalen? [pagina 335] [p. 335] Een schuwe moede weemoed breekt zich baan: geel avondlicht over een eenzaam leven dat zich een wilde koorts heeft prijsgegeven en soms vertwijfeld in zijn norsch bestaan. Eens vond ik nog op 't blad van een schriftuur, als een herinnering plotseling en wreedaardig, 't beeld van een vrouw, een zilvren miniatuur - Een jeugd herrees, ik vloekte’ en weende’ onwaardig: Want nu grijpt menigmaal bij 't avondrood een lang verwonderd huiveren mijn leven; ik zie de schaduw vallen van den dood en manende voorbij mijn drempel zweven. En of ik zoek en woekerend de natuur tot in haar hart doorwoel - de zonnen branden, de manen schemeren, de wolken stranden aan hemelkusten; eindeloos van duur bloeit deze wereld voort; 't woord blijft verborgen - Wat droom heb ik vervolgd? Is 't al om niet? De weemoed wast. De dood dreigt in 't verschiet. Wanhopiger begroet ik iedren morgen. Vorige Volgende