Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 38(1928)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 59] [p. 59] Vandaag, door Piet Reijne. Dit stadje is klein. Ik ben een schutterig mensch. Mijn huis is een nummer in een rij eind'loos gelijkvormige huisjes. Mijn bed staat in een afgeschoten hokje van den zolder. Als ik naar bed ga, denk ik: ‘Ergens is de wereld.’ Maar vandaag zoen ik het leven met de weeke monden der verliefde jongens. Vandaag ben ik op alle slaapkamers het water in hun waskom, want ik moet hen wekken tot het licht op de heuvelen, tot de dartele paden en het hooge gras van den berm. Vandaag ben ik iedere jonge man, die dezen dag veroverde voor zich en zijn lief. Vandaag zit ik in iedere trem, die tjinkend uitrijdt, op 't witte dek van ied're boot, die glijdend los vaart van de kade, ik loop op elk vertrouwelijk voetpad, [pagina 60] [p. 60] en in mijn rugzak: een verrassing bij de pic-nic, die 'k meenam voor haar. Vandaag ben ik badend in ied're branding. Ik hoor haar kreet, als zij opspringt, en zie haar borsten rechtstandig. Het water ruischt in mijn ooren, Ik zwem naast iedere vrouw in driesten strijd om 't langst houwvol. Hijgend houden wij in met een lach: ver en rijzend en dalend het duin. Vandaag ken ik alle prieelen in alle tuinen, waar de overmoed wiegt met de heupen. Ik proef het warme vleesch der kersen en gulzig het vleesch van een mond. Vanavond, terugkeer: de lichten der voorstad; smaak van Vermouth op de lippen: rijzend en ver: ‘Auf der Reise zur Heimat’ van Grieg. Vorige Volgende