Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 38(1928)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 46] [p. 46] De zanger door Theun de Vries. Hij spant de harp en luistert in den wind, bezint zich en noemt sprakelooze namen. Van alle zijden stroomen naar hem samen de donkere koralen die men vindt in aardsch gerucht en hemelsch koor. En hij herkent hun drift en luisterende steeds weet hij hun woest en duister spel bezworen met een geheim dat hem bleef toebehoor en, sinds tijd en doem de oude goden sloeg - Schreeuwend van opstand jaagt de zwarte nacht langs zijn gelaat; de branding wervelt duizelend rondom de kimlooze aarde - Maar hij hoort achter der elementen overmoed al 't naderen van een aeolisch zingen, dartel en zacht; en uit het stormbekoord heelal der werelden rijst onvermoed een lied van heldre briezen, suizelend, en zwelt tot vaste stem onder den wind - De nacht waait vol muziek. Hij luistert, zint, en spant de harp en vindt het eerst accoord. Vorige Volgende