wordt een waarachtig kleinood te bekijken en aan te raken, zo ook leeft men met deze geraffineerde kunst nooit in genoegzame gemeenschap....
Minutenlang kan men er over heen gebogen blijven. En telkens weer als een héél mooi gedicht, dat je dagen en je nachten betoverd heeft, groeit zij tot nieuwe veropenbaring uit, tot altijd fris geheel van kontrasten en kontoerenspel, waaraan het oog nooit zat wordt zich te verlustigen....
Van Straten is een groot dichter. Doch (de kunstenaar vergeve me deze uitdrukking) hij is een hoogst aristokraties dichter, die zijn sentimenten slechts verheven tot uiting brengen kan.
Van Straten's debuut is niet geweest als dat van velen zijner collega's ‘een moeizaam doornenpad’. Een triomfantelike intocht, een zelfbewuste verklaring is het geweest.
In zijn eerste mappe ‘L'Après-Midi d'un Faune’ (1920), zes gekleurde lino's naar het werk van dezelfde naam van Mallarmé, spreidde hij, gepaard met een ongenadig sensualism, zulk een geest van verfijning en van techniese vaardigheid ten toon, dat de belangstelling en de bewondering van de kenner al ogenblikkelik waren gaande gemaakt. Deze mappe beleefde twee uitgaven.
In 1921 verschijnt ‘La Tentation de St. Antoine’, verheven illustraties naar de tekst van Flaubert en waarvan ‘La Paresse’, doch vooral ‘La Colère’ (hier gereproduceerd) en ‘L'Orgueil’ als de machtigsten mogen beschouwd worden.
In 1922 wint hij de prijs ‘Lumière’, uitgeschreven door het tijdschrift van dezelfde naam en dit vóór meerdere reeds internationaalberoemde graveerders. Het werk, waarmede hij deze prijs wint, is de interpretatie van een vertelling van Edg. Poe, dewelke hij herdoopte met de benaming ‘La Dormeuse’. Ik heb er speciaal aan gehouden één dezer gravuren aan het oordeel van de lezer te onderwerpen. Zodoende kan hij zichzelf rekenschap geven van het machtig talent, dat hier de weerbarstige graveerstift tot zangerige taal gedwongen heeft.
Men zal waarschijnlik reeds opgemerkt hebben, dat het sensualism in Van Straten's oeuvre een grote, laat het ons gerust toegeven, een overwegende rol vervult. Deze kunst is zwoel als de aaiing van een fluwele vrouwelichaam. Zij bedwelmt als een erotiese roes, verteert de werkelikheid en staat in haar onkuise, fantastiese naaktheid aan de horizon te schitteren als een vurige zuil van hartstocht en ekstase....
Dit jaar nog verschenen er van hem twee albums, het ene getiteld ‘A la Matelote’ (‘Les Ecrivains Réunis’ - Paris), het twede ‘Boksmatch’ (N.V. Prometheus - Amsterdam). ‘A la Matelote’ is typies Antwerps, wil een cinematiese kijk verlenen op het leven in de havenbuurt en op het aldaar huizend heterokliete volkje. Al de figuren, zo inals uitheemse, welke de Sinjoor overbekend zijn, vinden wij er in weer: