Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 36(1926)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 333] [p. 333] Spaansche kloosterliederen, door C. Tielrooy-de Gruyter. I Hoe zou ik van u vluchten? Hoe zou ik van u vluchten Als gij zijt voor mijn oogen Waar ik mij keer of wend? Mijn voeten, moegeloopen keer'n bloedend naar uw tent. Hoe zou ik van u vluchten? Mijn ademing is waar uw schaduw scheert de dreven te land, te zee, te saâm met u ben ik geweven. Hoe zou ik van u vluchten, Waar gij mij telken dag ten dans voert naar uw wezen? In ongeschonden nach- ten mijn droomen naar u rezen? Hoe zou ik van u vluchten, Waar 'k in u verzonken ben, en wacht, door u geheven te worden, tot ik ben voor d'eeuwigheid met u omgeven? Hoe zou ik van u vluchten? [pagina 334] [p. 334] II Nooit. Nooit zal 'k in hunkering uw gezicht met 't branden van mijn mond beroeren; het noodlot heeft zijn werk verricht: het wilde ons ver uit eenen voeren. Nooit zal 'k bij de aanhef van den nacht het streelen voelen van uw handen; ik heb u ademloos gewacht, maar zag alleen de sterren branden. Nooit zullen wij in 't diepst gepeis en heet verlangen elkaar bereiken; Als we eenzaam zijn uiteen gereisd gaat eenmaal ook 't verlangen wijken; in gemis aan u zal 'k dan bezwijken. [pagina 335] [p. 335] III Brood en wijn. 'k Verlang naar u, gij zijt mijn brood! 'k Wil bij u zijn, gij zijt mijn wijn. Draag me in uw leven, ik kan 't niet derven, toef waar ik blijf, of ik zal sterven; De spijkers van uw kruis gaan door mijn vleesch, ik heb geen huis meer sinds gij reest; Mijn oogen branden hun licht voor u, Mijn lippen preevlen alleen voor u; Ik heb mijn handen saamgevouwen tegen de avond- hemelen aan, [pagina 336] [p. 336] ik kan mijn minnaar niet aanschouwen; waar bleef 't teeken? Kom nader staan! De dag treedt af in dof verdriet, wat in mij wel ten nacht geschiedt. 't is pijn van hel en duisternis, want buiten u is 't àl gemis. Ik heb u lief: dit is mijn nood, ik heb u lief breng mij mijn dood! Want in den dood Zal alle lust naar liefde zin- ken in de rust. Daar zal 'k bevrijd zijn neergeleid. Vorige Volgende