aangerekend, maar bijna met oppervlakkigheid synoniem gesteld wordt. Het werk van Raemaekers is vlot, terwijl het langzaam-nadrukkelijke, het vlak-decoratieve, het moeizaam-gecomponeerde, het vergeestelijkte thans velen liever is dan alleen de geest, de esprit. Zoo vindt in Holland elke reproductie naar een vergeestelijkt onderwerp van Toorop of Van Konijnenburg haar gretig publiek. Dat is verblijdend, men kan er niets op tegen hebben, mits.... de kijkers niet te eenzijdig worden. Er is dermate gepredikt over innerlijke waarden, dat de meest onbeholpen teekening of de meest knoeierige schildering gaarne méé aanvaard wordt. Wij kunnen veilig zeggen, dat Raemaekers aan den anderen pool staat. Hij teekent goed, gezond, sappig, maar hij blijft: gewoon, en kent geen pose. Hij is, zoo gij wilt, impressionist, in de buurt van een Isaac Israëls, al wil dat volstrekt niet zeggen, dat wij hem met Israëls vergelijken. Maar hij heeft zeker niets met de school van Toorop of Van Konijnenburg gemeen, niets met de jonge Amsterdammers, niets met de moderne Franschen, niets met expressionisten of kubisten.
Wat men telkens wéér moet leeren, is het goede te puren uit een talent, zooals het is, niet het te willen vervormen, verwringen naar persoonlijke voorkeur of eigen inzicht.
Indien hier valt af te dingen is het wellicht op dit, dat journalistieke arbeid, met hart en ziel volbracht, in zekeren zin dezen kunstenaar gedwongen heeft zijn handigheid, zijn gemak bij het werk zóó toe te spitsen, dat zij hem een gevaar wordt. Aan gevoel voor compositie ontbreekt het hem zeker niet: daar is die weerlooze Christus-figuur, op wien een cirkel van demonische gestalten tegelijk schijnt af te stuiven en afstuit, daar is die prachtige teekening van ‘Le Gouffre bolsjewiste’, buitengewoon overwogen van lijn en verdeeling. Maar er zijn ook vele schetsen welke men in een verder, later stadium zou wenschen terug te zien, zooals bijvoorbeeld die krijtteekening van twee Oostersche typen: ‘De Wijze en de Dwaas’ vol tinteling als reis-notitie, maar waaruit een monumentaal werk nog geboren kan worden!
Dit is het, wat wij Raemaekers, onzen grooten landgenoot, in alle oprechtheid toewenschen, dat hij er toe komen mag zijn vele knappe schetsen en ontwerpen eens in rustige overgave tot rijpe kunstwerken te voltooien. Maar daarvoor zou waarschijnlijk deze gevoelige en revolteerende mensch, die absoluut niet au dessus de la mêlée staat, een harmonische wereld om zich heen behoeven en niet een arme wereld van onrecht en strijd.