Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 35

[p. 328]

Spel,
door Agatha Seger.

En achter sombre huizenrij,
waar balk en plank nog wachtend lei,
daar ging je even voor me staan,
je nam je hoed af, zag me aan,
en vroeg in scherts me wie ik was!

Ik speelde 't zelfde spel als jij,
ik nam je op, zoo van terzij,
en sprak: ‘Mijnheer, het doet me leed,
ik ken U waarlijk niet,’ en deed
alsof ik huiswaarts ging alleen!
Maar daadlijk voeld' ik om mij heen
je armen, lief, en over mij
lachte je ziel haar tooverij!
En of je 't spel genoeg nu vond
kuste je lang mijn warmen mond.

De grijze mist, die vochtig hing
bij d'aanvang onzer wandeling,
was weggevlucht bij tooverslag....

En o, toen naar je blij gezicht
ik even opkeek, zag ik 't licht
van alle sterren om je hoofd....
De sterren om je heilig hoofd....