Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 33(1923)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 193] [p. 193] Ruth, door Jan R.Th. Campert. Door al de schemerende uren dezer dagen, als vèr van over zee de nachtwind zwerft tot dit verlaten oord, ruischt wijd-gedragen het stille lied, dat met den morgen sterft, en luist'rend naar de avond-zee gebogen, waar aarz'lend nog een late zonne staat, doomt wonderbaar, en droom-betogen het milde gloriën van Uw zacht gelaat. Zoo schrijdt ge door de poozen van dit leven, als een die even troost, en 't nimmer weet, maar tòch na alle vreugden is gebleven het hooploos-moewe spel van liefde en leed. Wel brengt weer ied'ren avond U en mij tesamen, 'k zie U gebogen langs den akker gaan om traag de schaarsche aren te verzamen: 't nooddruftig brood, voor Uw zoo nederig bestaan. [pagina 194] [p. 194] Als in den ban van dit visioen gevangen schouw ik onwezenlijk-scherp Uw silhouet, hoor ik den doffen maatdreun der gezangen, de schrille snerp, waarmee een zeise wordt gewet, en halvelings gewend, terzijde, afgezonderd, als een zoo vroom verpeinzen rond Uw teedernis, staat hij, Uw meester, roereloos-verwonderd om al de vreugd, die in zijn ziel gerezen is, bij de aanschouwing van Uw zachtheid stil gestegen, schuchter en schooner dan het zoetst geheimenis, want welk geluk, o God, zwerft vreemder wegen dan liefde, die alom en eindloos is? - - - - - - - - - - - - Zoo brengt weer iedren avond U en mij tesamen, als ver vanover zee de nachtwind zwerft, totdat ik staam'lend zeg een wel-vertrouwde name, Smeekend om deernis, die dit leven derft! Vorige Volgende