Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 31(1921)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 249] [p. 249] De erfenis, door C. Tielrooy-de Gruyter. Mijn leven is een langzaam sterven... Toch wil ik niet ontroostbaar zijn, Want rond mij is mijn dochterkijn: Dat zal mijn brooze leven erven. Zal 'k haar het kleeden in sameet, In bonten en brokaten, Turkooizenpraal en roode agathen? Of in een spinrag-tooverkleed? Met narrenkap en zotskleedij, In geel-en-rooden streep geweven, Met strikken op de hooge wreven, En bellen rondom iedere zij? Gesnoerd, in stroeve monnikspij, Met den gordel der grijze askese, Het hoofd ter donkere aard genegen, De oogen leeg van mijmerij? Misschien als een statige maaier, Die, met slagen van sikkel en zeis, Te niet doet 't gebaar van den zaaier, De landen bereidend tot spijs? Ik ken ze niet, ik vind ze niet, De lappen voor het leven, Mijn dochterkijn, ik zie ze niet, Jij moet ze zelf maar weven. Vorige Volgende