Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 30

[p. 176]

Lente,
door Hermance Löhnis.

Een fijne mist van knoppen
Hangt in het paarse hout.
Zingend in hoogste toppen
Wiegt zachte wind het woud.
De lucht, waar and're dagen
De wilde wolken jagen
Is roerloos, en beslagen
Met bleek en teeder goud.

De wilde dans der helle
Lijkt hier een booze droom
Waar zachte knoppen zwellen
Aan iedren stillen boom.
Maar hoe de dagen wenden
De menschelijke ellende
Stijgt, en wil niet volenden:
Een woeste, donkre stroom.

O wanneer, wanneer wint er
Menschheid den schoonen dag
Dat zij haar bangen winter
Eind'lijk vergeten mag.
Dat alle stormen zwijgen,
Dat gouden luchten nijgen
Over bloeiende twijgen
In lente's lichten lach?