| |
| |
| |
De kunstakademies te Rome en hare directeuren,
door Emilie van Kerckhoff.
I.
Een karakteristiek element in het kunstleven van Rome vormen de buitenlandsche kunstakademies. Het zijn de van staatswege of door partikulier initiatief in het leven geroepen inrichtingen, waar aan jeugdige kunstenaars, die in hun land reeds eene zekere vermaardheid hebben verworven, gelegenheid wordt geboden door een 4 à 5 jarig verblijf in Italië hunne studiën in uitgebreiden zin voort te zetten en hun gezichtskring te verwijden door het ter plaatse leeren kennen van de meesterwerken der oudheid en der Renaissance.
ant. sciortino, ‘berouw’, brons.
Zij, die ervoor in aanmerking wenschen te komen, hebben zich te onderwerpen aan een concours, dat gewoonlijk door een der kunstakademies in de verschillende landen wordt uitgeschreven.
De uitverkorenen worden dan als ‘Prix de Rome’ inwoners van de in de Eeuwige Stad gevestigde inrichtingen. Ieder van deze vormt een soort kunstcentrum en kan in zekeren zin als vertegenwoordigster van de kunststroomingen in het moederland beschouwd worden. Wel te verstaan van de meer bezadigde en aan tradities gehechte richtingen. De modernst-strevenden toch op kunstgebied zijn wars van elke akademische opleiding en zijn hier dan ook slechts bij uitzondering vertegenwoordigd.
Frankrijk heeft het eerste initiatief tot de stichting eener kunstakademie genomen.
Onder Lodewijk XIV stichtte Minister Colbert op aandringen van den vorst in 1648 eene akademie voor schilder- en beeldhouwkunst, een 15 tal jaren later gevolgd door die voor wetenschappen, architektuur en muziek. Later werd de ‘Prix de Rome’ ingesteld en een gebouw in Rome voor ateliers en huisvesting bestemd.
Toen de Hertog van Toskane, de laatste bezitter der Villa Medici, zich daarvan wenschte te ontdoen, gelukte het in 1803 der Fransche regeering dit gebouw met zijn heerlijk park en eenige ligging op den Pincio aan te koopen en er hare Académie des Beaux-Arts te vestigen. Voor deze plek, even rijk aan natuurschoon als aan historische herinneringen, kan men zich wel geen waardiger bestemming denken.
Vele der grootste Fransche kunstenaars, schilders en beeldhouwers, architekten en
| |
| |
musici hebben de jaren, in de bekoorlijke, inspireerende omgeving van hun Romeinsche kunst-tehuis doorgebracht, als de schoonste en meest vruchtdragende van hun leven geroemd. Beroemde schilders zijn er direkteuren geweest, zooals Ingres en Carolus Duran. En nu wordt sinds eenige jaren die plaats bekleed door den schilder Besnard.
De tweede in ancienniteit is de ‘British Academy of Arts’ die tot dusverre verbonden was met de ‘British School,’ gewijd aan de studie van Archaeologie en geschiedenis. Er is echter eene sterke beweging om het kunstgedeelte geheel afzonderlijk te beheeren en dat is zelfs een eisch van den tegenwoordigen direkteur, den beeldhouwer Antonio Sciortino.
De Britsche akademie ontstond onder de regeering van George IV omstreeks 1823 en bestaat hoofdzakelijk door bijdragen van kunstlievende personen en vereenigingen, terwijl ook vorstelijke giften in hare annalen geboekt staan. Tot voor een paar jaren was de akademie zeer bescheiden gehuisvest in de Via Margutta. Juist gedurende de oorlogsjaren, nu het aantal der studenten zeer gering is, werd een architektonisch weinig geslaagd gebouw voltooid in de Valle Guilia in de onmiddellijke nabijheid van het stedelijk Museum voor moderne kunst en het park der Villa Borghese. In den beginne bestond er alleen eene avondklasse voor model, waartoe alle leden der Akademie en ook een achttal Italiaansche studenten toegang hadden. ‘Welke kritiek ook moge worden geoefend tegen deze, naar het mij voorkomt edelmoedige bepaling jegens eene bevriende natie, wier gastvrijheid wij genieten,’ aldus de voorzitter op de laatste jaarvergadering, ‘het gevolg ervan is geweest, dat de namen van beroemde meesters, zooals Mancini en Sartorio in onze boeken zijn ingeschreven.
‘Onder de Engelsche kunstenaars, die studenten onzer akademie waren, vermelden wij Etty, Gibson, Eastlake, Cattermole, Knight, Armitage, Leighton, Poynter, Prinsep, Alma Tadema, Holroyd en Webb.’
De Akademie zag gedurende de laatste jaren het aantal harer studenten steeds toenemen en het veld harer werkzaamheden zich meer en meer uitbreiden. Aanvankelijk - wellicht omdat zij geene staatsinrichting is als de Fransche - genoot zij niet het aanzien en de populariteit, welke de Académie der Beaux-Arts steeds als een nimbus omringd hebben. De kunstakademie van Spanje bevindt zich op een der schoonste punten van Rome, in het oude klooster van S. Pietro in Montorio. Op het wijde terras van den Janiculumheuvel, vanwaar men het beroemde gezicht op Rome, de Campagna en de blauwende bergreeksen geniet, verheft zich de oude kerk en tegenover den ingang is het volmaakte tempeltje van Bramante op de plaats zelve, naar de geloovigen beweren, waar St. Pieter zijn martelaarschap onderging. Rechts van dit gebouwtje (dat als prototype heeft gediend voor Rafaels beroemde schilderij de ‘Sposalizio’ te Milaan) geeft een deur toegang naar het oude klooster, dat nu herschapen is tot woning en werkplaats der jeugdige kunstenaars. In den fraaien tuin bevinden zich ook verscheidene beeldhouwersateliers. De oude binnenhof met zuilengangen en open terrassen, overgroeid met rozen en glycinen, heeft niets van hare vroegere bekoring ingeboet. De tegenwoordige direkteur, de schilder Chicharro, heeft ons menigmaal door de gangen en ateliers rondgevoerd en ons de afgietsels van beeldhouwwerken en de kleurstudies van vroegere geslachten van Spaansche kunstenaars getoond, zoowel als de prestaties der tegenwoordige studenten. Hij zelf is een schilder van groot technisch kunnen en een schitterend kolorist als zoovele zijner landgenooten.
Het is kenmerkend, dat alleen de Latijnsche landen, Frankrijk en Spanje, in hunne akademies eene plaats aan de muziek hebben ingeruimd.
De Amerikaansche akademie is bijna de buur der Spaansche. Vroeger in de bekoor-
| |
| |
ant. sciortino. christus-figuur van een monument voor het eucharistisch congres te malta.
| |
| |
lijke Villa Mirafiore gevestigd, bezit zij sinds een viertal jaren een nieuw grootsch-ontworpen gebouw met reuzenateliers op den Janiculum bij de Porta S. Pancrazio en ook dáár genieten de studenten van hunne atelierramen en terrassen het onvergelijkelijke vergezicht over Rome. Hier zijn aan de instelling schoone kunsten met wetenschappen vereenigd. Met name de ruime, rustige bibliotheek, een der best geslaagde onderdeelen van het geheele gebouw, bevat voor archaeologen, beoefenaars van oude letteren en geschiedenis een schat van boek- en plaatwerken, terwijl de rubriek Schoone Kunsten ook rijk vertegenwoordigd is. De direkteur, de als archaeoloog en historikus bekende Prof. J.B. Carter is onlangs overleden en zijne plaats wordt nu vervuld door den onder-direkteur, den architekt Stevens, die jarenlang in Athene aan het Amerikaansche instituut werkzaam was. - Rusland, België, Oostenrijk en de Skandinavische landen hebben geene te Rome gevestigde kunstakademie, doch zenden, evenals Nederland, jeugdige kunstenaars en kunstenaressen, die er voor in aanmerking komen, met eene toelage voor eenige jaren naar Rome en Parijs. Duitschland verkeerde lang in het zelfde geval, al genoot het tijdelijk van de in huur afgestane ateliers der Villa Strohlfern. Door de schenking echter van een vermogend kunstliefhebber, den Heer Arnold te Berlijn (eigenaar van een der schoonste partikuliere verzamelingen aldaar) kon een eigen akademiegebouw in de nabijheid der Via Noventana worden opgericht.
De Zwitschersche schilder-architekt Zürcher heeft daarvoor iets zeer moois tot stand gebracht; een gebouw herinnerend aan den meer intiemen Toskaanschen villastijl en zonder het pompeus-representatieve der Romeinsche paleizen, in eene er geheel mede harmonieerende omgeving. Het bekoorlijk-aangelegde park, waarvan alleen een oude cypressenlaan bestond, is door de oneindige zorg van den bekwamen tuin-architekt Zürcher tot iets lieflijks en tegelijk statigs geworden. Sinds het uitbreken van den oorlog staat de akademie, die nauwelijks in gebruik geweest is, leeg en verlaten en de ideaal-ingerichte ateliers wachten op hunne bewoners. Of deze er na den vrede weer terug zullen keeren?
Onze beschouwing geldt thans den direkteur der Britsche Akademie, den beeld houwer Antonio Sciortino, van wien hier eenige werken gereproduceerd worden. Hoewel als Maltezer een Engelsch onderdaan, is hij van afkomst en aanleg een volbloed Italiaan. In 1883 in Malta geboren, ging hij reeds vóór zijn 20e jaar met een stipendium naar Rome, waar hij aan het Engelsche instituut zijne studiën voortzette en reeds na een paar jaren op enkele tentoonstellingen te Rome en te Parijs de aandacht tot zich trok.
Zijne werkplaats is in de Via Margutta, de atelierstraat bij uitnemendheid, aan den voet van den Pincio-heuvel gelegen en parallel loopend met de Via Babuino.
Ieder die Rome kent en er ook in het moderne kunstleven belangstelt, heeft wel eens een bezoek gebracht in één der vele aldaar gevestigde ateliers en zich verbaasd, als hij uit de nauwe, sombere straat een der cortiles binnentrad, over het labyrinth van gangen, trappen, kleine groen-overhuifde binnenhoven, die allen naar de verschillende werkplaatsen voeren, waar kunst in het groot en klein gemaakt wordt.
Van iedere plek is partij getrokken, om er een hoog- en breedgeraamd schilders- of beeldhouwersatelier van te maken. De grootste en best ingerichte, waaraan meestal een slaapvertrek verbonden is, hebben bekoorlijke, besloten tuintjes, op terrassen aangelegd, vol bloemen, palmen en fijn bamboegroen met mooien uitkijk op de hoogergelegen Villa Medici, het Pincio, tuinen van belendende kloosters en hotels en in de verte Monte Mario en de Parioli. Ieder van die studio's is eene wereld op zichzelf en zou kunnen verhalen van werken en zwoegen. Scheppingsextase en vertwijfeling, kun-
| |
| |
ant. sciortino, portretbuste van barones hayashi.
| |
| |
nen en onmacht door vele geslachten van kunstenaars heen. Het is alsof in deze atmosfeer, haast te zwaar beladen met remeniscensies van wat voorbij is, alléén nog kan groeien en bloeien, wat waarlijk frisch en oorspronkelijk en levenskrachtig is en in staat om de strenge, oordeelende geesten, die hier rondwaren, te bezweren, terwijl al het middelmatige reeds bij voorbaat ten ondergang gedoemd is.
ant. sciortino, buste van prinses annaroff, marmer.
Wanneer men eenige uren in de omgeving van den stillen bescheiden werker, die Sciortino is, heeft doorgebracht, wordt de indruk overheerschend, dat hij één der uitverkorenen is, die werkelijk in hunne kunst iets te zeggen hebben en dat zeggen op eene overtuigende en eigen wijze. De volmaakte beheersching der techniek en het groote plastische uitdrukkingsvermogen van den beeldhouwer - moeten tevens voorbeeld en prikkel zijn voor de jeugdige kunstenaars, aan wier studies hij leiddraad en richting geven moet. - In het atelier vol afgietsels van bustes, beelden, ontwerpen en onderdeelen van groote monumenten, werd onze aandacht dadelijk getrokken door een indrukwekkende Christusfiguur, die statig en recht met expressief gebaar van de opgeheven linkerhand voor ons oprijst. Het is Christus, zooals men zich Hem denkt verschijnend aan de jongeren te Emaus. En vastgelegd in de harde steen heeft de gestalte toch het bovenaardsche eener verschijning. Aan zijne voeten knielt eene vrouwenfiguur met ééne hand een zwaard omklemmend, terwijl de andere is opgeheven als om een onheil af te weren of hoogere hulp aan te roepen dan zij bij machte is te geven. De beeldhouwer verklaart, dat deze groep de uitkomst is van de opdracht voor een monument ter herdenking van het Eucharistisch Congres in 1913 in Malta gehouden en dat, in brons uitgevoerd, dezen zomer in Lavallette plechtig werd ingewijd. De vrouwenfiguur met zwaard en schild is het symbool van ‘Malta guerresca’ het strijdende Malta, dat de linkerhand opheft om trouw te zweren aan de leer van Hem, voor wien zij zich neerbuigt. De treffende figuur met het edele gelaat vol ingehouden smart moge dienen als verpersoonlijking van het kleine, dappere rotseiland, waarop zich zoovele stormen bewogen, voor ons werd zij tot een symbool van den huidigen oorlog, in onmacht en vertwijfeling aan de voeten van den oordeelenden Christus. - Het gesprek kwam toen op zijn geboorte-eiland,
waar- | |
| |
voor de beeldhouwer, die een vurig patriot is, eene ware vereering heeft. En in enkele groote lijnen kwam het lot van dat veelbegeerde en zwaarbezochte plekje aarde ons voor den geest. Het is niet te verwonderen, dat bij een volk, dat zoovele beproevingen en strijd doorstond, zich enkele eigenschappen in hooge mate ontwikkeld hebben. De Maltesers zijn bekend om hun soberheid, werkkracht en doorzettingsvermogen en deze eilanders verschillen in vele opzichten van hunne broeders op het groote vasteland van Italië. Het zijn deze ras-eigenschappen, welke ons ook in het werk van Sciortino treffen. Een groote eenvoud van middelen om het beoogde doel in zijne scheppingen te bereiken gaat gepaard met klaarheid in het weergeven zijner gedachten en gevoelens en met een robuste techniek, die hem over de vele moeilijkheden van zijn vak schijnbaar zonder inspanning doet zegevieren. Hij is bovendien begaafd met een groot imaginair vermogen, dat zich soms tot visionaire kracht verheft.
ant. sciortino, schets voor een bronzen buste van prof. bajardi.
Om de wording van dit talent in een helderder licht te stellen, laten wij hier een en ander volgen uit een artikel, dat een Italiaansch kunstkritikus in 1910 in ‘Natura ed Arte’ over hem publiceerde.
‘Onder de weinige jonge kunstenaars, die in Rome geheel voor hun werk leven, is Antonio Sciortino zeker een der meest beteekenende. In enkele zijner figuren en groepen voelt men nog een invloed van buitenaf: de Michelangelo-achtige techniek van Rodin en die welke terug is te voeren tot het nerveuse modellé van een Troubetzkoi. Maar andere werken toonen duidelijk een geheel persoonlijk karakter. Onder die, welke den invloed van den veel-bewonderden Franschen meester verraden, kan men noemen: Berouw, een bronzen mannenfiguur, die in Parijs verscheidene malen verkocht werd (zie bl. 163). Van kind af had Sciortino een uitgesproken neiging en begaafdheid voor de mechanica, iets wat weinig gemeen heeft met beeldhouw-kunst. Hij is van de wetenschap op het gebied der kunst overgegaan. Na zijne schoolstudiën voleindigd te hebben, wijdde hij zich geheel aan de chemie en electriciteit en voelde zich het gelukkigst bij zijne proefnemingen in het laboratorium. Zelfs in de vacanties, tehuis zijnde, had hij in een kamer een klein maar kompleet laboratorium ingericht, en met de doorzettingskracht, die hem kenmerkt, bracht hij soms halve nachten met zijne proefnemingen door. Maar eens werd hij bijna het slachtoffer van zijn ijver: het scheelde weinig, of een sterke elektrische stroom had hem getroffen. De
| |
| |
ouders verboden toen verdere experimenten en, ontrukt aan zijne geliefkoosde studiën, verviel de jongen tot zwaarmoedigheid en nietsdoen.
ant. sciortino, schets voor het monument van den dichter chefchenko te kieff.
Dagenlang dwaalde hij dan op zijn rotseiland rond. Maar spoedig voelde hij zich moe van dat onnutte bestaan en besloot tot iederen prijs weer aan het werk te gaan. Hij had altijd plezier gehad in decoratieve kunst en hij begon nu ernstig studie van het teekenen te maken. Het eerste jaar was het v.n.l. het gewone werken naar de klassieken. Toen gebeurde het, dat er een concours werd uitgeschreven voor de toelage tot een verblijf te Rome. Hij prepareerde zich ervoor en legde het examen af. Hoewel hij de jongste der deelnemers was, werd het stipendium hem toegewezen. Nog vóór zijn 20e jaar kwam hij te Rome, waar hij twee jaren lang de lessen aan het ‘Istituto de Belle Arti’ volgde, overdag werkte in de naaktklasse van de Britsche Akademie en 's avonds studies maakte in het Museo Artistico. Dit leven, uitsluitend aan de kunst gewijd, leverde spoedig resultaten op. In 1902 stelde hij op eene tentoonstelling te Rome zijn eerste werk tentoon: de Filosoof, dat dadelijk opgemerkt en geroemd werd. Als jonge kunstenaar zonder middelen maakte hij eerst, als zoovelen, te Rome een moeilijken tijd door. De bestelling van eene buste in marmer door eene Amerikaansche gaf hem moed en zelfvertrouwen
| |
| |
en na dien tijd heeft het hem nooit aan opdrachten en werk ontbroken. In 1905 won hij de prijsvraag voor een monument van Sir Adrian Dingli, den grooten Malteser jurist. Het werd in Malta in 1907 ingewijd in tegenwoordigheid van den Koning en Koningin van Engeland.
ant. sciortino, schets van détail voor het monument van chefchenko.
Als toonaangevende werken in zijn ontwikkelingsgang noemen wij: ‘Gaoroches,’ een groep van drie Parijsche straatkinderen, een der vele onderwerpen uit het kinderleven, door Sciortino met zooveel gevoel en dikwijls met humor behandeld; ‘Irredentisme’, een werk vol groot-Italiaansch patriotisme, dat hem in Italië zelf warme vrienden bezorgde. Een jonge knielende man omknelt smartelijk de rots, waarop het reliefbeeld van den grooten Florentijnschen dichter, den eersten strijder voor een vereenigd Italië, is aangegeven. Het geheel is geïnspireerd op enkele regels uit Dante's Divina Comedia. Hier heeft de kunstenaar zich reeds vrijgemaakt van het zuiver-realistische, dat zijne eerste werken kenmerkt, en geeft uiting met grootere bezonkenheid aan beelden van innerlijke visie.
Belangrijk is het de vele bustes te beschouwen, die hij bij voorkeur maakt. Meer dan door de volmaakte technische uitvoering, waaraan men niet meer denkt, omdat zij slechts middel is, wordt men geboeid door het echt-menschelijke, het persoonlijke in deze figuren, vooral daar, waar de kunstenaar zich van eene zekere weekheid en ‘mooiheid’ weet te ontdoen. Bizonder expressief als karakterstudies komen ons voor de portretbustes van Barones Hayashi, dochter van den Japanschen
| |
| |
gezant te Rome, en die van Prinses Annaroff, eene Russische aristocrate. Hoe heeft hij het verschil in ras en daarmede ook in geestelijke geaardheid dezer beide representanten eener Oud-Oostersche en Oud-Slavische beschaving weergegeven! Machtig gemodelleerd is de denkerskop van Prof. Bajardi. Maar nog aantrekkelijker, omdat hij spontaner en minder materieel is, de vluchtige schets van den grooten pianist Sgambati, die hij kort voor diens dood in den tijd van een uur in elkaar zette. De beeldhouwer heeft hier in het edele voorhoofd, in de peinzende oogen iets van datgene, wat men genie noemt, weten vast te leggen.
ant. sciortino, studie naar den pianist sgambati.
Het is als ontwerper en uitvoerder van eenige groote monumenten, dat Sciortino zich reeds op jeugdigen leeftijd een wereldnaam verwierf. Als mededinger in de internationale prijsvraag voor een ruiterstandbeeld van Czar Alexander II won hij den eersten prijs. Omdat eene perspektivische teekening, die vereischt werd, niet aanwezig was, werd hij echter buiten concurrentie gesteld. In 1914 was er een internationaal concours voor een groot monument van Chefchenko, den populairen dichterschrijver van Klein-Rusland, dat in Kieff wordt opgericht.
De kleine groep van Russische kunstenaars, die tot het uitschrijven der prijsvraag aan vele der bekende Europeesche beeldhouwers hunne ideeën en wenschen kwamen kenbaar maken, bezochten ook Sciortino en hij schetste gedurende hun gesprek zijne eerste opvatting van het monument, waarop hij later is doorgegaan.
Zijn ontwerp werd met algemeene stemmen bekroond en omschreven als het fraaiste en als het best weergevend den geest van den dichter en dien van Klein-Rusland. Het monument, in brons en graniet uitgevoerd, is 7½ M. hoog en de kosten bedragen f 240.000. Het gebeurt zelden, dat een nationaal monument in Rusland door een buitenlander wordt uitgevoerd. Het stelt den dichter voor op een boomstronk zittende in het Nationaal Russisch kostuum en over zijn geliefd land in de verte schouwend. Op het voetstuk is in zeer laag relief een landschap van de steppen der Ukraine aangegeven en rondom het beeld zijn groepen van de kinderen des volks, door Chefchenko in zijne werken bezongen; daaronder de jeugdige Catarina, die door zijne schepping in Rusland onsterfelijk is geworden. De illustraties geven eene afbeelding van het geheele monument en van enkele groepen zoo als zij door den beeldhouwer oorspronkelijk geschetst werden.
Het kan niet anders, of het veelzijdig talent van Sciortino, steeds naar nieuwe wegen zoekend, zal aan hen, die met belangstelling zijn werken en streven nagaan, nog groote verrassingen bereiden.
Rome Nov. 1917.
|
|