Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 28(1918)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Voorjaar, door C. Tielrooy-De Gruyter. De wind die door de boomen waait En langs mijn open handen aait, Is luw. Het is de lentelucht, Vol bloeigeruisch, vol wiekgerucht. Het zwelt, maar 'k weet niet hoe, Het groeit, doch waar naar toe? Het leven lacht wat om mijn zoeken: Geheimnis ruischt uit alle hoeken. Wat zal ik dan nog langer wachten, En angstig zijn in zwarte nachten Het leven boven mij te voelen? Het draait naar onbekende doelen. Laat ik dus drinken aan de bron, Vertrouwen hebben in de zon, Want zoet zal 't zoo te leven zijn, Gekoesterd in dien schoonen schijn. Ik zal eens liggen in een graf, Naast dooden die ik nimmer zag, Maar zoet zal 't zoo te sterven zijn, Na al 't genot, na alle pijn. De wind die door de boomen waait En langs mijn doode lichaam aait, Is luw. Het is de lentelucht, Vol bloeigeruisch, vol wiekgerucht. Vorige Volgende