Watersport.
Dat de Grieken roeibooten hadden, mag als bekend worden beschouwd; reeds Homerus spreekt van die, welke de oorlogsschepen vergezellen. Roeiwedstrijden zijn naar alle waarschijnlijkheid ook voorgekomen, hoewel men daarvoor geen bewijzen vindt, en zullen een onderdeel gevormd hebben van de Panatheensche en Isthmische spelen.
De Chineezen moeten in deze, als in veel andere zaken, de rest van het menschdom vóór zijn geweest, en bij groote feesten werden Draakboot-wedstrijden gehouden.
Wat het zeilschip betreft, dit moet in vroeger tijden zelden voor zuiver sportieve doeleinden gediend hebben. Yachten hadden in het Angelsaksische tijdperk in Engeland enkele koningen; zoo kreeg Athelstane er een present uit Noorwegen. Koningin Elizabeth had een yacht, en na haar alle Engelsche koningen.
Het woord yacht is rechtstreeks afgeleid van het Hollandsche jacht (jachten = zich haasten). In 1720 werd in Engeland een zeilclub opgericht. Het gulden tijdperk van de yachtwedstrijden viel in 1870-1880.
Een almanak in 1848 drijft den spot met het yachten door dames. ‘Het voorbeeld, door de koningin gesteld, heeft alle dames dol gemaakt op het hebben van een yacht. Het is nu de gewoonte, het ameublement van de “drawing room”, als de familie uit de stad is, in plaats van het op te bergen, aan boord te laten brengen, waar het op het dek wordt geplaatst, en de kajuit tot een salon maakt. Het Perzisch tapijt bedekt de grove planken, de bellekoorden worden inplaats van de gewone touwen aangebracht, en stoelen, ingelegd met parelmoer, staan op de plaats van gewone. Meestal wordt het geheele huishouden eveneens overgebracht, hoewel de dikke overvoede lakeien dikwijls al den eersten dag deserteeren, daar zij liever op halve kost thuis blijven dan voor de hoogste loonen op de Middellandsche zee meevaren.’
In Guy de Maupassant's ‘Sur l'eau’ is een zeiltocht mooi beschreven. De dichter Percy Byshe Shelley, die zooals men weet, op een zeiltocht is verdronken, wijdde een gedicht, ‘The Boat on the Serchio’ aan de zeilboot, waar in een soort van cadans gevoeld wordt als van een stilliggend, dobberend vaartuig. Dit is een fragment: