Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 27

[p. 307]

Zang van Maria Magdalena,
door Annie Salomons.

Ik kon uw hart niet vinden,

Ik sloot mijn hart u toe,

O, gij, mijn laat-beminde,
Dien 'k overal kon vinden,

Maar 'k wou niet weten hoe.

Ik zocht in alle landen

Een mond voor mijnen mond.

Ik zocht naar sterke handen,
Maar 't immer doelloos branden

Bood niets, dat blijvend bond.

Ik meende 't heil te grijpen

Door tartend-trotsch te zijn:

Ik zag mijn vruchten rijpen,
Ik kon hun trossen grijpen:

De smaak was smaad en pijn.

Ik hing met heetë oogen

Aan iedren nieuwen droom.

Het heeft mij àl bedrogen,
En altijd nieuwe logen

Groeide aan mijn levensboom.

Toen, op een stillen morgen,

Is er iets losgegaan.

Mijn kleed van wensche'en zorgen

Heb stil ik afgedaan.

Ik mocht opnieuw beginnen

In 't nieuw-gewasschen licht;

Toen kon ik u slechts minnen,

Mijn eigenwil viel dicht.

Ik kan slechts u beminnen.