Frans de Geetere.
Frans de Geetere, jonge Belg, ook al banneling uit den oorlog, exposeert, nu hier, dan daar, aquarellen en schilderijen, waarin hij zich een kleurfantast en een van de gedachte toont.
Meer dan aanschouwde dingen, geeft hij doorleefde gevoelens weer; wat hij van het hem omringende op doek brengt, is van dichterlijken geest doortrokken; is aanschouwd door diep en hartstochtelijk de kleur aanvoelende oogen; is van een broeiende dooreenwerking der verven; van een mysterieusen schemerschijn, die, sober geschilderd en simpele dingen omhullend, geheimenissen openbaart, welke de ziel van dezen dichter-schilder vervullen.
frans de geetere. leçon d'anatomie,
Een kleine geraniumplant vóór het openstaand venster schilderde hij tegen de ruimte der sluimerende stad bij nacht, en achter en om de vage roode bloemkroon voelen we de wijde rust waren, van hoog boven op al wat daar woelde gedaald. ‘Étude’ noemt de Geetere deze eenvoudige dingen. Voorstudies waren ze den schilder tot het scheppen van de beelden, aan zijn zieleleven ontsproten.
Hij toont een wild Carnaval, dof-kleurig, geheimzinnig, met fantastisch, teeder lichtstrijken, mat als maanlicht; waar de figuren met Japansche monstermaskers en dwaze gewichtigheids-gebaren rond spoken, en dolle vrouwelijven waartusschen serpentine-slierten flitsen. 's Nachts in het bosch vol geheimenis, ziet hij ze opdoemen als donker kleurige spookgestalten, die vervagen met de stammen der nauw zichtbare boomen.
frans de geetere. melancolie.
Zijn wisselende stemmingen van verlangen, van droefenis, extatisch geluk en verdoemenis, en van het energiek zich altijd weer oprichten uit den geestelijken strijd, drukt hij uit in vrouwefiguren, beelden uit het land zijner droomen, tengere lichamen met mooie slanke grijparmen, uitgestrekt in de lucht, die vol is van broeiende kleurwerking; waar het rood in gloeit en het blauw diep is als de nacht, somber van smart.
Frans de Geetere werd in 1895 te Anderghem geboren. Hij was leerling van de Brusselsche Academie onder Montalt. Zijn vlucht uit het ouderlijk huis, waar hij zich ongelukkig gevoelde - ook zijn vader was schilder -, was op zijn achttiende jaar van grooten invloed op zijn kunst.
A.O.