| |
| |
| |
winkel der wiener werkstätte voor kunstnijverheid op de ‘graben’ te weenen.
| |
| |
| |
De ‘Wiener Werkstätte’,
door Max Eisler.
I
In de laatste jaren is de naam ‘Wiener Werkstätte’ langzamerhand tot een merk, tot een ‘signaal’ geworden,
prof. c.o. czeschka. gedreven zilveren bokaal.
zoowel in Oostenrijk als in het buitenland. Maar zulke signalen zijn in den regel alleen voor de ingewijden volkomen begrijpelijk. De nietingewijden maken geen onderscheid tusschen de producten der Wiener Werkstätte en die der andere kunstnijverheid in Oostenrijk. Wanneer men de dwalingen, die ontstaan zijn door een verkeerde of ook maar oppervlakkige opvatting van dat signaal naar hun omvang vergelijkt, dan blijkt de oorspronkelijke stellig de grootste.
Meer en meer is men gaan inzien, dat juist Oostenrijk een bijzonder vruchtbaar gebied is voor de kunstnijverheid, vooral nadat men meer aandacht begon te schenken aan den rijkdom van volksoverleveringen in dat land. Overal ontstonden opleidingsinrichtingen en werkplaatsen; de kunstnijverheid en de industrie zochten en vonden de aansluiting bij den kunstenaar; eeuwenoude industriëen - zooals de glasfabricatie in Bohemen - vonden aan deze bron verjonging en vernieuwing; naast de voorgaande duitsche natie kwamen de slavische volkeren met hun overgeërfden schat aan handenarbeid, aan oorspronkelijke vormen en zin voor kleuren. Juist in de veelheid en de verscheidenheid van het oostenrijksche volkerencomplex sloeg deze beweging diepere wortels, en alleen uit den wedstrijd tusschen de verschillende, dikwijls tegenovergestelde en elkaar aanvullende talenten der hier wonende rassen is het te verklaren, dat de beek tot een stroom werd en de kracht vond, om zijn weg te banen, bevruchtend en heerschend, ver over de grenzen van het land in den cultuurbodem van West- en Noord-Europa.
Wel is waar bleef - dit moet erkend worden - Weenen, van waar uit in de tachtiger jaren van de vorige eeuw, in het tijdperk der ‘Sezession’, deze beweging was uitgegaan, het middelpunt - ook nu nog.
En hier was het weer de ‘Wiener Werkstätte’, die de beste krachten verzamelde, die de hoogste artistieke spankracht bezat, die de succesvolste baanbrekers naar het buitenland zond, als leermeesters aan buitenlandsche scholen of als leiders en opzichters in buitenlandsche ondernemingen, en
| |
| |
die ten slotte door telkens nieuwe begaafde, jonge kunstenaars op te nemen voor de toekomst zorgde. Dit toekomstige geslacht nu vond de ‘Werkstätte’ in de laatste jaren bijna uitsluitend in de Weener kunstnijverheidsschool, zonder welke school het voortbestaan der Wiener Werkstätte al even ondenkbaar zou zijn als dat van de heele Oostenrijksche kunstnijverheid; want het geheele onderwijs richt zich naar de vorderingen dier Weener inrichting.
prof. josef hoffmann, koffiegarnituur in gedreven zilver met ivoor.
Het aan de school verbonden ‘Oostenrijksche Museum voor Kunst en Industrie’ biedt in zijn verzamelingen de voorbeelden der oud-oostenrijksche producten op ieder gebied der handnijverheid en geeft in normale tijden ook aan de praktische moderne beweging gelegenheid om haar ontwerpen en voortbrengselen ieder jaar ten toon te stellen. Het brengt den kooper naar den kunstenaar. Daarnaast echter treedt al sedert jaren ook het ‘Gewerbeförderungsamt’ als tusschenpersoon op, dat de principes, door de school, het museum en de Werkstätte vertegenwoordigd, n.l. om goeden, met de stof en den vorm overeenkomenden arbeid te leveren, overbrengt op handel en industrie. En ten slotte heeft sedert 1912 de oostenrijksche ‘Werkbund’ aan deze toch al dikwijls onderling vereenigde individueele pogingen in een fatsoenlijk, betrouwbaar, goed en schoon handwerk, ook de samenvattende organisatie gegeven; hij heeft de beproefde, bekwame arbeiders verzameld en zichzelf gemaakt tot den vertegenwoordiger hunner moreele en materiëele belangen.
Te midden van deze inrichtingen die alle naar een gemeenschappelijk doel streven, staat de Wiener Werkstätte, niet als het eenig uitgangspunt, maar wel als de beslissende en vooropgaande wegwijzer. In zekeren zin heeft dus de traditioneele lezing van het signaal gelijk: het wijst op de eigenlijke grondlegster, op wortel en kroon van onze kunstnijverheidbeweging.
Wil men duidelijk maken wat de Wiener Werkstätte in haar ongeëvenaarde bijzonderheid is, dan mag men niet als de historicus
| |
| |
te werk gaan. Want de meer dan tienjarige geschiedenis van de onderneming biedt niets opvallends en weinig belangrijks. Er hebben sedert haar oprichting geen ingrijpende veranderingen en zeker geen omwentelingen plaats gehad. Over 't geheel is het bij het oude gebleven, de door moeilijken strijd veroverde instelling is geslaagd en blijven bestaan en zelfs het toonaangevende element, de kunstenaar, heeft zijn leider behouden: nog staat aan het hoofd Josef Hoffmann, even volledig en bewonderenswaardig als mensch en als meester. Men moet daarom, als men wat essentiëels te berde wil brengen, beginnen te spreken over de omstandigheden waaronder deze inrichting ontstond, dan over de inrichting zelf en ten slotte over den kunstenaar.
arch. e.j. wimmer. koffiegarnituur van zilver met ivoor handvat en knoppen.
De Wiener Werkstätte is een product van de moderne wereldstad. Niet van een willekeurige, maar van het nieuwe, grootere Weenen. Eigenlijk al in Berlijn heeft men geen duidelijke voorstelling van dit zuiver plaatselijk karakter en ik vrees, dat men verder buiten Oostenrijk die nog in mindere mate heeft. Gelegen aan de oude verkeersweg tusschen het Westen en Oosten en aan de grens van deze beide contrasteerende werelden, is dit Weenen een tref- en kruispunt van beschaving en oorspronkelijkheid; hier ontmoeten elkaar de westersche en oostersche wijze van denken, zien en weergeven. In de hoofdstad van Oostenrijk komen germaansche, slavische en oostersche elementen bij elkaar en uit hun sterke onderlinge wrijving, uit hun gistende vermenging ontstaat een hevig bewogen kunstleven, waarin de doorloopende benedenste strooming van oorspronkelijke instincten beheerscht en geleid wordt door de kennis van geschoolde en gerijpte intellecten. De Wiener Werkstätte is ondenkbaar zonder deze voortdurende toestrooming van slavische en oostersche zinnelijkheid; haar rijk en steeds weer nieuw talent iets te beginnen, haar voortdurende frischheid berust voor 't grootste deel op deze versterkende vruchtbare bronnen.
Maar Weenen is bovendien nog een stad van oude, oereigen cultuur. Men spreekt van bekende dingen, wanneer men wijst op het laatste, werkelijk origineele tijdperk van het Weener leven en de Weener kunst, het zoogenaamde ‘Altwien’. Dat is de tijd toen naast musici als Beethoven en Schubert, Lanner en Strauss, naast dichters als
| |
| |
Grillparzer en Raimund, schilders als Waldmüller en Füger bloeiden. Maar van onbekende dingen spreekt men, als men vertelt: dat toen - naast de meer bekende monumentale en luxekunst - ook de burgerlijke huizenbouw, het stadsche huurhuis en de meer naar buiten gelegen stadvilla met haar intieme of landelijke erven, met haar deftige of vriendelijke tuinen in vollen bloei stond; dat toen ter tijd de kamer van den burger werkelijk een woonkamer geweest is, waar de meubels en het huisraad, tafels, stoelen en kasten, de kachels en de lampen, porcelein en glas, gesmeed ijzer en edel metaal uitmuntten, niet zoozeer door eigenaardige en grootsche vormen als wel door hun fijne harmonie, dat wil zeggen door hun echte beschaving. En weer denkt men nu aan de Wiener Werkstätte. Bijna algemeen is de verkeerde opvatting, dat de essentieële kracht der oostenrijksche bouwkunst en kunstnijverheid zou gelegen zijn in de nieuwheid en bijzonderheid der vormen, dat die kunst dus zonder voorgeschiedenis zou zijn. Maar juist het tegendeel is waar. De manier van vormen te zien der nieuw-Weener kunst vindt haar wortels in die van het oude Weenen, en de eigenlijke beteekenis der nieuwe praestaties berust niet op de détails, maar op datzelfde harmonische zien, denken en samenvoegen der onderdeelen tot een geheel. Daarom is deze nieuw-Weener kunst evenals haar voorgangster beschavingswerk - Weener beschavingswerk.
prof. josef hoffmann. aschbakje in gedreven zilver.
arch. e.j. wimmer. doos in gedreven zilver, met verguld en ivoren knop.
En nu nog iets anders: reeds in de oud-Weener kunstnijverheid speelt het ornament niet die overheerschende rol, die men er aan heeft toegeschreven. Deze dwaling kwam in de wereld, doordat men zijn aandacht telkens weer gericht heeft op de prachtwerken in de keizerlijke en aristocratische kasteelen en paleizen, bekend door talrijke, telkens terugkeerende afbeeldingen. Het burgerlijke handwerk, het burgerlijke huisraad werd tot op heden nog nauwelijks ontdekt. Zelfs in Oostenrijk is het maar weinig bekend. En toch ligt daarin juist het zuiverste en eenvoudigste beeld van scheppingsdrang en -kracht uit die tijden.
| |
| |
| |
| |
Stellig is ook in deze dingen de lijn een uiterst belangrijk rhytmisch element. De handwerkers echter zien haar al architectonisch en er is ook nog wat anders dan deze lijn. De sterke Weener neiging tot versiering is een traditioneele kracht der beeldende kunsten. Maar daarnaast bestaat ook een fijn vormgevoel. En in de beste werken zijn deze beide onafscheidelijk verbonden. Dit nu is de groote vooruitgang van de kunst-nijverheid die werkt in de Wiener Werkstätte, dat zij in de verhouding van ornament en vorm principiëel zorg draagt, dat het ornament uit den vorm, en niet omgekeerd, wordt afgeleid en ontwikkeld. Zoo komt de versiering op de ondergeschikte plaats, waar zij thuis hoort en zij wordt bovendien niet meer een aanhangsel van buiten, maar past lineair of coloristisch geheel in den vorm.
arch. e.j. wimmer. broche in ivoor en ebbenhout.
Ten slotte is hetgeen de Wiener Werkstätte voortbrengt een product der moderne wereldstad. Wel is waar werken krachten uit alle deelen van den staat daar aan mee. En tot zekere hoogte geeft de Wiener Werkstätte aan die plattelandselementen de voorkeur. Want juist die toestrooming waarborgt de noodzakelijke, telkens terugkeerende verfrissching door oorspronkelijke temperamenten. Door opvoeding en oefening brengt de Werkstätte ze dan over, zonder hun geweld aan te doen, in den kring der grootsteedsche behoeften en levensopvattingen. Zij volgt hierin een vaste richting. De instandhouding van het folklore laat zij aan andere instellingen over. Evenals zij zelf door haar kunstenaars en handenarbeiders geheel past bij het moderne karakter der groote stad, zoo is ook hetgeen zij voortbrengt, grootsteedsch - maar zonder internationale vervlakking.
arch. dagobert peche. diadeem in ivoor met goud.
De organisatie van de Wiener Werkstätte is vooral gericht op het voortbrengen van kunsthandwerk in den ruimsten zin des woords. Al heeft zij ook in den laatsten tijd het vervaardigen van meubels er aan gegeven, jaren lang is zij daarmee bezig geweest, en haar beste artiesten zijn daar - in connectie met Weener meubelmakerijen - nog altijd mee bezig. En al het overige, dingen van metaal, glas, céramiek, hout, papier en geweven stoffen, gebruiks- en luxe voorwerpen van allerlei aard worden hier gemaakt. De artiest geeft het ontwerp, maar hij heeft ook verstand van de uitvoering en houdt daar een wakend oog over, ook al geschiedt ze niet in de Werkstätte zelf. Zoo doende draagt hij de volle verantwoordelijkheid voor het resultaat. Hem ter zijde staat de practische, speciaal opgeleide kunsthandwerker en daar tusschen in de opzichter. Machinearbeid is niet uitgesloten. Maar daar de kracht van de Oostenrijksche kunstenaars ligt in het voortdurend nieuw vinden en het typische hunner productie in 't voortbrengen van een enkel
| |
| |
oorspronkelijk stuk werk, zoodat er dus geen kwestie is van massawaar, moet het handwerk alle deelen der productie uitteraard beheerschen. Origineel werk is de hoofdzaak, niet reproductie.
marie likarz. emails.
In de laatste maanden is de Werkstätte door een nieuwe instelling aangevuld, de zoogenaamde ‘Künstlerwerkstätten’. Zij neemt bijzonder begaafde en zorgvuldig uitgekozen jonge krachten op van de Weener Kunstnijverheidschool en geeft hun in eigen vertrekken allerlei goedkoope stoffen in de hand, papier, hout, glas en geweven stoffen. Onder opzicht en leiding van een ervaren kunstenaar moeten hun handen aan 't ontwerpen gewend, zich oefenen in het zelf doèn, ze moeten van zien tot handelen gebracht worden en hun fantasie door ondervinding leeren beteugelen. Hier worden dus proeven genomen. Vele van deze proeven, sommige der jonge menschen slagen niet en men laat ze dan weer uitvallen. Maar zij die overblijven worden tot goed geschoolde, bruikbare en veelbelovende opvolgers.
Het hardst te verantwoorden heeft de koopman het bij dezen stand van zaken. Want het mercantiele gedeelte wordt laag - of liever om de volle waarheid te zeggen - veel te laag aangeslagen. Dat is alleen mogelijk doordat er van tijd tot tijd telkens weer eens een rijke Maecenas opduikt, die voor zijn liefhebberij om de kunst te bevorderen een aardig sommetje over heeft. Hoe lang hij dat ervoor overheeft, hangt af van zijn goeden wil en de kracht van zijn kapitaal. Maar er is er altijd weer een te vinden. Ook dat moet men weten tot goed begrip der zaak, ook dat is specifiek Weensch. Absoluut onmogelijk is hier de Maecenas die op een vermeerdering van zijn vermogen zou willen speculeeren. Want de beslissende stem heeft de artiest. Zonder dit artistiek absolutisme is het verleden noch het heden der Wiener Werkstätte denkbaar.
| |
| |
beschilderde houten doos.
De Wiener Werkstätte steunt ten slotte eigenlijk geheel op denzelfden Josef Hoffmann, die ze heeft gesticht en die tot op den huidigen dag uitsluitend de leider is geweest. Haar geschiedenis is de geschiedenis van zijn kunstenaarschap. Beider werk is onafscheidelijk verbonden. Alleen zulk een alzijdige persoonlijkheid kan zulk een alzijdige instelling in het leven roepen en houden. Geboren op een duitsch taaleilandje in Moravië, werd zijn duitsch bloed reeds vroeg door slavische indrukken gevoed. En in deze vermenging was al een goed deel van de toekomstige Wiener Werkstätte voorbereid. Als aankomend man heeft hij naast Wagner, Olbrich en Klimt een werkzaam aandeel genomen aan den eersten, grootsten tijd der ‘Sezession’ en de volheid van leven en beweging daarvan ging over op de latere jaren. Daarna werd Hoffmann leeraar aan de kunstnijverheidschool, is ook nu nog haar leidende genius, beheerscht de jeugd en brengt zijn beste leerlingen naar de Wiener Werkstätte. Hij vereenigt in zijn persoonlijkheid - en dat is misschien zijn grootste eigenschap - niet alleen den bouwmeester en den kunsthandwerker op ieder gebied van stoffen en voorwerpen, maar hij doordringt ook al zijn werk met zijn architectonisch gevoel en ziet en schept zoo eenheden, waar anderen alleen brokstukken zien en maken. Toch zou dit alles de omvattende en beslissende rol, die hij speelt in de Oostenrijksche kunstnijverheid en speciaal ook de Wiener Werkstätte, niet voldoende verklaren, wanneer hij naast die veelzijdigheid van oog en hand niet ook een rijk en onbevooroordeeld begrip bezat voor den medearbeid van anderen, zoodat deze medewerkers een vasten kring van vereering en toewijding om hem heen hebben gevormd. Hoezeer ook de Wiener Werkstätte haar wortels moge hebben in het algemeene Weener karakter, van vroeger als van nu,
| |
| |
hoe logisch en noodzakelijk zij daaruit moge zijn voortgekomen, - het is de persoonlijke daad van Josef Hoffmann al die gunstige omstandigheden tot zulk een geheel te hebben gebracht.
prof. kolo moser. houten speelgoed ‘die stadt’.
Over hem, zijn medewerkers en wat zij binnen de grenzen der Wiener Werksstätte hebben geproduceerd of nog produceeren, hoop ik een volgenden keer uitvoerig te berichten.
|
|