Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 26(1916)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 199] [p. 199] Verzen van M. Nijhoff. De eenzame. De oogen van de nacht staan voor het raam. Beneden draven paarden door de straat. De dingen zijn niet meer dan hunne naam. Ik ben niet meer dan een ontdaan gelaat. Het maanlicht zingt mijn bloed tot dansen wakker. En als ik dans, danst mijn schaduw met mij - Schaduw, mijn schaduw, mijn eenige makker! Wij dansen - zie, ik ben niet meer dan gij. Ik ben een stille man, waar God mee speelt, Zoodat ik 't leven als een waanzin zie - Maar soms is alles schoon en alles goed: Ik sta voor 't raam, en hoor een melodie, Die in me dringt en mijn hart bersten doet: Hoor hoe hiernaast een kind piano speelt -. [pagina 200] [p. 200] Tempo di menuetto. De volle weelde van een melodie Breekt uit het hart van de piano open. Ik zie je bleeke stille handen, die Over de witte en zwarte toetsen loopen. En voor me zie 'k een zaal van vroeg'ren tijd, Met blanke wanden, spiegels in ovale Lijsten, veel goude⁀en glazen kostbaarheid; Door open deuren ziet men and're zalen - Menschen dansen langzaam een menuet In oude kleeding van antieke statie, Het bloed van 't hart erkent de strenge wet En buigt zich, dansend, in voorname gratie. Door 't venster zie 'k den tuin achter 't balcon, Waar hooge boomen naar hun schaduw nijgen, De lage maan is een gedempte zon: Om 't luid, licht huis een tuin van donker zwijgen. God heeft ons in een vreemde weerld gezet: Wij dansen nog zooals we vroeger deden, De ziel danst nog het oude menuet, De tijd is zonder doel voorbij gegleden. Ons is een grooter leven niet bereid: Een mensch die danst, al weet hij zich gehavend - De weelde van de melodieën schreit Uit de piano door den glans der avond. (Voor Claudine). Vorige Volgende