bruine boonen met spek open en koud en wel ging de saamgekoekte kleffe massa naar binnen. Ik geloof niet, dat ooit een fijn diner beter gesmaakt heeft dan toen die bruine boonen....
Het noordelijk gedeelte van het landschap Tabanan wordt ingenomen door een deel van het centraalgebergte van Bali en hier verheffen zich vele, met dichte bosschen bedekte toppen, waarvan de voornaamste is de Kegan of Piek van Tabanan. Van dit gebergte nu gaan verschillende ribben naar het zuiden en het waren deze ribben met de daartusschen liggende ravijnen en rivieren, welke ons voortgaan zoozeer bemoeilijkt hadden.
Schilderachtig was de dessa Tabanan in hooge mate: gedeeltelijk op den top van een heuvel gebouwd, gedeeltelijk als het ware tegen de helling aangesmeten, met diepe ravijnen en loodrechte steilten, waar tal van slingerplanten en varensoorten naar omlaag hingen, waarboven de dichte kruinen van het slanke bamboe zachtkens heen en weer wiegden, met grillig kronkelende, in het zachte tufgesteente uitgehouwen trappen, vond men hier en daar plekjes van waarlijk sprookjesachtige schoonheid.
Voor huizenbouw was hier voornamelijk gebruik gemaakt van het tufgesteente, dat reeds in zoodanigen staat van verweering verkeerde, dat men er met den nagel gemakkelijk stukjes uit kon steken. Toch zagen wij ook reeds veel gebruik maken van bamboe en hout, materiaal dat hooger op in het gebergte bij voorkeur gebezigd werd.
Verlaat men Tabanan in noordelijke richting, dan wandelt men weldra te midden van bergsawah's, die zich eindeloos ver uitstrekken, slechts nu en dan onderbroken door een kampong of alang-alang veld en heeft men gelegenheid te over om zich te verwonderen over het kunstig samenstel van leidingen, dat hier overal, tot in de verste uithoekjes, het levenwekkend water brengt. Een dergelijk werkstuk moet des te meer verwondering baren, waar men hier voor den aanleg niet beschikt over de moderne hulpmiddelen, welke wij Europeanen in dergelijke gevallen bezigen en de geheele loop van zulk een waterleiding op het oog bepaald moet worden.
Gaat men nog noordelijker dan verdwijnen geleidelijk de sawah's, men passeert weiden, waarop de prachtige bruinkleurige Balineesche koeien in ontelbare menigte loopen te grazen. Vroolijk klingelen de klokjes, welke zij om den hals hebben en goedig staren zij met hunne reekleurige oogen den voorbijganger aan. Het zijn prachtige, zeer makke en fijn gebouwde dieren, welke, wanneer zij nog jong zijn, sterk aan herten doen denken. Op de bergruggen groeien tal van prachtige varensoorten en daartusschen schitteren de vruchten van wilde frambozen, die echter, hoe schoon en aanlokkend zij er ook uitzien, nagenoeg smakeloos zijn. Nu en dan ontmoet het oog de groote gele, bruinbespikkelde bloem eener orchideënsoort, die in vorm sterk aan den schorpioen doet denken....
Tot ten slotte zich de donkere koele wouden openen, waar nog de tijger huist en stille eenzaamheid; waar slechts nu en dan de schelle roep van een vogel het eentonig snerpend lied der cikaden verbreekt en men naar het zuiden thans overziet het grootste deel der landen Tabanan en Badoeng. Aan den gezichtseinder een breede blauwe streep, die aan de bovenzijde scherp afsteekt tegen de lichte kleur van den hemel, aan de onderzijde samenvloeit met den tint van het verre landschap.... Dat is de zee en duidelijk ziet men met behulp van een kijker daar, waar het geboomte der kust iets lager is, de witte kuiven der ontzaggelijke rollers, welke de Indische Oceaan in eeuwige eindelooze opvolging tegen het Balische land opstuwt.