Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 24

[p. 122]

Aan een meisje
door Rinke Tolman.

Voor Käthe Mussche.

Het is schoon wandlen met een babb'lend kind,
dat dapper stapt op schoentjes door den wind,
en leunt m' op d'arm en zegt de woordjes hel,
dat ik te lachen loop om 't dertel spel
van noot op noot en dansend' interval....

Het is schoon luistren naar het driest geschal
van schoentjes op de steenen aan de gracht,
te kijken hoe een zijden kousje zacht
om slanken enkel fijn-geweven sluit
en guitig glipt van onder rokken uit....

Het is schoon droomen als de goede nacht
van dak en gevel 't licht te rooven tracht
en schenkt aan u en mij den sterken droom
van rechte boomen in den valen doom,
als reuzen bij een roezelooze lucht....

Het is schoon schertsen als het kleen gerucht
van uwe woorden langs mijn peinzen gaat
en honderd zotte trillers schaatrend slaat,
alsof het zomerregent op een ruit
en 't peerlend water rikketikt en tuit....

Het is schoon weten in deez' meitijd, kind,
dat gij een beidend dichter zuiver mint!....