Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 23

[p. 73]

Winterboom
door Hélène Swarth.

Bang beeft de boom, een armlijk zwart skelet,
In grauw van lucht en slijk van winterpad,
De hulplooze armen strekkende, of hij bad
Om lentevreugd na de ijzren winterwet.

Doch houdt die boom een bloei- en bladerschat
In de eigen kern besloten en hij redt
Van Noordewind, die 't moordend zwaard al wet,
De onzichtbre weelde, die zijn kern bevat.

Treur niet zoo droef, o boom gebenedijd!
Uw schamele armoe duurt maar kleenen tijd,
Dra kust April uw bloei de twijgen uit.

Wel honderd vogels lokt uw loofpaleis,
Die komen rusten van hun groote reis
En u doen leven als een lenteluit.