| |
| |
[pagina t.o. 249]
[p. t.o. 249] | |
het oorspronkelijke ontwerp van cordonnier voor het vredespaleis; de voorgevel.
| |
| |
louis marie cordonnier.
| |
De architect Louis Marie Cordonnier,
door H.Th. Wijdeveld.
Moeilijk is het een nauwbegrensd beeld van een levenden kunstenaar weêr te geven.
De werken van zulk eene persoonlijkheid zijn even gecompliceerd, als de kunstenaar zelf en de kritiek welke men op hem uitoefent, is menigmaal niet geheel bevrijd van oordeelen en inzichten, die hun oorsprong vinden in beschouwingen, geheel buiten den scheppenden artist staande.
De ontbrekende onpartijdigheid, meestal ontstaan door politieke invloeden, is oorzaak, dat veel tegenstrijdigs, veel, wat onrijp is wordt geschreven over het werk van den man, die nog dagelijks werkt en schept.
Men heeft geen voldoend algemeen overzicht en de kritiek laat zich afleiden door bijzaken.
Eerst na veel beschouwingen over de tijdgenooten van den levenden kunstenaar, kan men bepalen in hoeverre hij recht heeft op eene plaats onder de uitverkorenen;.... alleen der toekomst is het gegeven de juiste diepte en kleur der kritiek vasttestellen.
Het beeld, dat wij ons vormen van groote mannen uit het verleden, door middel van de geschiedenis betreffende hun tijdperk, doet het ons niet hun talent op juiste waarde apprecieeren?
* * *
De macht, welke Parijs als kunstcentrum uitoefent, heerscht over Frankrijk en haar invloed strekt zich over de geheele wereld uit.
| |
| |
raadhuis te loos.
Noch Berlijn, noch Weenen hebben deze uitstraling, zelfs Londen bereikt in zijne schittering niet den gloed van Frankrijks hoofdstad. Waar Duitschland naast Berlijn haar kunstcentra verdeelt over steden als Leipzig, Dresden en München, in Engeland naast Londen, steden staan als Glasgow, Birmingham en Liverpool, concentreert zich in Frankrijk alles slechts in één kern, één centrum, wat nooit voldaan absorbeert, wat nimmer uitgeput reflecteert.
Parijs is het hart van Frankrijk, de zon wier licht doet ontkiemen, wier warmte doet bloeien, doch wier gloed menigmaal verschroeit.... zelfs doodt.
Het geheele Fransche volk zorgt voor de instandhouding en den bloei van dit centrum en het algemeen streven, wat men menigmaal in de Fransche kunst waarneemt, is alleen verkregen door de eeuwenlange concentratie in deze kern.
Allen die zoeken naar kunst, worden aangetrokken door de magnetische kracht, komen in de hypnotische atmospheer die haar omgeeft. Velen blijken echter te zwak om aan de hooge eischen te voldoen en gaan te niet, verscheidenen ontwikkelen zich in dat centrum, werken en streven dáár, om na een vruchtbaar leven wederom plaats te maken voor ná hen komende.... doch enkelen nemen het beste, het edelste in zich op, keeren terug naar hun geboortestad; bereiken daar een ongekende hoogte en zijn in de departementen van Frankrijk, de sterren wier glans niet geheel verzwakt door de schittering der aureool van kunst boven Parijs.
Tot deze uitzonderingen behoort de architect Louis Marie Cordonnier.
Hij heeft in Parijs het schoonste tot zich genomen, zich losgerukt van de magnetische sfeer en is teruggekeerd naar het land van zijn geboorte, waar hij zich aansloot aan het karakter der Vlaamsche architectuur.
De moeilijke taak welke hem in Noord-Frankrijk wachtte, in het land van mijnen en fabrieken, waar de omgeving drukkend werkt op den kunstenaar, die zoekt naar
| |
| |
licht en zonneschijn, was
raadhuis te duinkerken.
alleen te volbrengen door het schoone, dat Parijs hem geschonken heeft.
Ontgaat hij niet geheel den invloed van de eeuwig neerdalende stof en het kolenzwart, dat zijn stempel van neerslachtigheid drukt op alles, wat ermede in aanraking komt, toch richten zijn werken zich óp boven de somberheid der omgeving, daar zij gedrenkt zijn in de gratie en elegance der Fransche kunst.
Doet de architectuur van Cordonnier verbazen door grootschheid van opvatting, dwingt zij achting af door forschheid van gestalte, door zuiverheid van compositie, toch ligt er een element in, dat stuitend werkt en nu en dan den beschouwer terughoudt volle bewondering te schenken. Het is een Vlaamsche geest van ruwgrootsche gedaante, die door zijn werk zweeft, die het poëtische sentiment terzijde dringt en alleen het forsche wil, het grootsche ziet.
Echter niet altijd versmelt het fijngevoelige in de massale composities,.... het zijn meer de vroegere werken van Cordonnier, waarin deze eigenschap ligt. In zijn latere werken treedt de verfijnde architect naar voren en eerst dan ziet men duidelijk welken invloed Parijs op dezen Vlaamschen-Franschman uitoefende.
Toch is Cordonnier niet een subtiel-gevoelige natuur met een week gemoed, ook niet de mensch die diepe gedachten symbolisch tracht weêr te geven.... hij ontwerpt zijn architectuur niet detail na detail, maar laat zijn bouwwerken opgroeien als één homogeen geheel; - alles reeds in zich dragende bij den eersten opzet.
Hij is niet als de veelhoekige diamant, die aan alle zijden blinkt en schittert, doch meer als een kleurige steen, met weinig maar goed geslepen facetten, met donkere schaduwen en direct daartegen als contrast een helderen gloed van groote diepte en warmte. Aan zijn werken ligt minder een philosophische gedachte ten grondslag, dan wel een onwillekeurig juist doen, waardoor hij als een ‘door God begnadigde’, een door intuïtie zich uitende kunstenaar is.
Het groote van Cordonnier's architectuur
| |
| |
ligt hierin, dat hij een aangeboren gevoel heeft voor vorm en om aan vormen volheid te geven.
Het aantrekkelijke ligt in de inspireerende kracht die er van uitgaat, die echter niet ten doel heeft te overtuigen, te bewijzen.... niet de hoogste, koele waarheid wil verkondigen.
raadhuis te la madeleine.
Zweeft Cordonnier in een kleurrijke sfeer van veel vermengde stijlvormen, ziet hij de schoonheid, welke in alle stijlen en kunstperioden aanwezig is, toch heeft hij diep in zich een grooten eerbied voor de klassieke architectuur, de architectuur van orde en harmonie, van evenwicht en zelfbeheersching en bovenal van kalmte, van eeuwige kalmte en waarheid. Nooit zou Cordonnier de groote architect geworden zijn zonder de studie der klassieken. Deze zijn als de solide, krachtige fundamenten van het gebouw, dat hij zich oprichtte. Zij mogen aan het oog onttrokken zijn, diep bedolven onder vele invloeden, bekleed met een mantel van minder zuivere waarheid,.... ze zijn aanwezig en, opgebouwd met de hem karakteriseerende eigenschappen, verheft zich onwankelbaar het gebouw zijner kunst.
Juist deze eigenschappen, juist het persoonlijke in Cordonnier's architectuur, plaatst hem boven velen, niet omdat hij ‘persoonlijk’ is, maar omdat het persoonlijke bij Cordonnier zooveel schoons in zich heeft.
Hij weet architectonische accoorden met een juistheid aanteslaan, met een zuiverheid weertegeven, die de meesterhand verraden.
Evenals in de muziek bepaalde accoorden absoluut schoon zijn en men zich door afwijking blootstelt aan fouten, zoo ook heeft de architectuur verhoudingen, die alleen de kunstenaar zuiver harmonisch kan weêrgeven. Daarin ligt hoofdzakelijk Cordonnier's persoonlijkheid.... in de grondkern der architectuur, in de zuivere weêrgaven dier schoone verhoudingen, in de architectonische rijpheid die de massa's zacht, als sculpturaal, inéén doen vloeien, in zijn gaven voor opbouwende compositie en planindeeling.
Met al deze persoonlijke eigenschappen is hij toch de man van het land zijner geboorte, daar hij de klassieke beginselen der compositie ommantelde met de architectuur van Vlaanderen.
Het raadhuis van Loos, van Madeleine en Duinkerken, zullen aan de toekomst den geest vertolken van 't volk waaruit hij ontsproot.
* * *
| |
| |
dom te milaan (restauratie-project).
| |
| |
detail van ontwerp voor een beurs te amsterdam.
Menigeen die Cordonnier nader leerde kennen, heeft zich verwonderd over zijn manier van werken, over zijn moeilijk besluiten en steeds wijzigen der ontwerpen.
Dit vindt zijn oorsprong in zijne zoekende, veranderlijke phantazie, die voor ieder onderdeel oneindig veel verschillende ideeën heeft. Daar, waar anderen radeloos staan behoeft hij slechts van den overvollen boom zijner vindingrijkheid te plukken, maar, wat hij eerst met vuur verdedigde en men accepteerde door tal van gegeven voorbeelden, kan hij daarna wederom geheel teniet doen, door redeneeringen en gezichtspunten, even vernietigend als de eerste verdedigend waren.
Toch zou men voor zijn manier van ontwerpen, een andere verklaring kunnen geven. Cordonnier weet te goed, welk een moeilijke taak den architect is opgelegd, door de eischen, die de te ontwerpen gebouwen hem stellen, door zijn ondergeschiktheid van constructie en materiaal en dat hij zich nooit voldoende zorgen kan geven zijn ideeën
| |
| |
theater te rijssel (voorgevel concours project).
geheel rijp te laten worden; daar het werk van een architect niet is als dat van een schilder, schrijver of musicus, doch zich na uitvoering niet meer laat wijzigen.
Hierdoor is zijn leven dat van een werker, die, nimmer voldaan, rusteloos streeft en zoekt, zich steeds tracht te verbeteren, nooit tevreden is en daardoor zelden kan besluiten.
Hij leeft geheel zijn eigen leven en zijn daden nemen altijd eene onverwachte wending;.... hij belooft en volvoert niet, en volvoert, wat hij niet belooft en men niet verwacht, waardoor hij, eigenlijk onbewust, het ragfijne weefsel der maatschappelijke samenleving scheurt. Bij hem bestaat slechts één ding.... ‘Doen’,.... niet in
| |
| |
den zin van hetgeen de samenleving daaronder verstaat, zich aanpassen aan de sleur en gewoonten, doch ‘doen’ in werken,.... steeds werken; werken met een woesten ijver, die zelfs op den duur de omgeving vermoeit, doch tevens ontzag afdwingt en hem plaatst op een hoogte ver boven velen.
Er gaat een strooming van hem uit, die ons meêsleurt. Bij hem kan men spreken van ‘Le Triomphe du Travail’. Slechts door onophoudelijk werken heeft hij de hoogte bereikt, waarop hij nu staat.
De melancholieke omgeving tart hij met onverwrikbaar en streng gelaat en onvermoeid werkende, schijnt hij niets te zien, niets te hooren, niet te bemerken zelfs, hoe het eeuwig neerdalende zwart der industrie een pressie uitoefent op alles, wat er meê in aanraking komt.... Hij arbeidt slechts en gaat alleen daarin op.
Het is heerlijk in zijn omgeving te zijn, men gevoelt zich veilig, als onder een boom, wiens loof welig opschiet, wiens schaduw een goede schuilplaats biedt en beschermt tegen de brandende zon der ijdelheid.
De krachtgevende, verkwikkende invloed ontgaat ons niet.
* * *
Het is interessant nategaan, in het groot aantal uitgevoerde werken van Cordonnier, hoe hij zich ontwikkelde. Bij vele architecten vindt men in hun eerste werken meer een copie van den stijl, waartoe zij zich aangetrokken gevoelen; hun persoonlijk karakter komt eerst later naar voren. In Cordonnier's eerste ontwerpen treedt de Vlaamsche Renaissance sterk op den voorgrond, die wel hier en daar reeds een persoonlijken trek laat doorschemeren, doch de stijl-combinatie, welke hem later meer karakteriseert is nog niet aanwezig.
theater te rijssel. schets voorgevel.
De vroegere architectuur, eerst nog eenigszins zwaar, transformeert zich spoedig en wordt veredeld door de toepassing van Italiaansche renaissance, Francois I en Henri II elementen, die echter versmolten zijn tot een kernachtig harmonisch geheel.
Hoe geweldig doorkneed hij is in de kennis der stijlen, blijkt uit het schitterend restauratie-ontwerp voor den nieuwen gevel der kathedraal te Milaan, met zijn cachet van bijzonder gecompliceerde Gotiek.
De werken, welke Cordonnier in den Lodewijk XVI stijl uitvoerde, wist hij een moderne tint te geven, een meer bij zijn karakter passende opvatting, die grootere kracht en forschheid stelt voor het eenigszins weeke en vrouwelijke sentiment van den oorspronkelijken stijl.
Het theater te Rijssel, welks uitvoering hij
| |
| |
verkreeg door bekroning in een prijsvraag, is eveneens in dezen stijl ontworpen.
Hoe grootsch de geheele opzet ook is, en hoe Cordonnier wederom toont de Lodewijk XVI elementen geheel meester te zijn, den origineelen trek, die ons het werk ‘Cordonnier’ karakteriseert, vindt men hierin niet.
Ligt in de Opera van Garnier de geest van den architect opgesloten, weet hij door zijn geweldige monumentale opvatting te ontroeren tot in het diepst van de ziel, begint bij hem iets boven-architectonisch, iets wat tot daden aanspoort, door het leven wat deze schepping in zich heeft,.... in Cordonnier's Theater vindt men niet licht dat kernachtig persoonlijke waarvan Garnier's Opera getuigt; - het is meer een eminente navolging van den Lodewijk XVI stijl.
Hier schept niet de architect Cordonnier, doch de artist Cordonnier ontwerpt.
Hoe geheel anders is het in zijn werken, waarin de Vlaamsche geest hem leidt tot het bereiken van zijn idealen.
Daar bespeurt men de als onwillekeurig bereikte persoonlijkheid van den architect, die dat eigenaardige cachet aan zijn werken geeft, dat voor altijd den ‘Stijl Cordonnier’ zal afteekenen.
In het Raadhuis van Loos en de Beurs voor Amsterdam, is het te volgen spoor reeds duidelijk zichtbaar; - in het raadhuis van Madeleine benadert het stadium de hoogte, die moet voeren tot dat geniale werk ‘het stadhuis van Duinkerken’, maar eerst in het Vredespaleisontwerp weêrspiegelt zich de volmaakt bezielde architect.
Hierin overtreft Cordonnier zichzelf, hierin vinden wij den ontwikkelingsgang van zijn kunstenaarsloopbaan tot in de fijnste nuances weêrgegeven.
theater te rijssel, schets voorgevel.
In dit ontwerp domineert het meest edele van zijn architectuur in een harmonische versmelting van Fransche en Vlaamsche elementen.
Het geheel, levendig door afwisselend silhouet, kleurrijk door het gebruik van natuur en baksteen, tintelend door den rijkdom der details en sculpturale versieringen, is niet wild of storend, doch heeft eerder een voornaamheid, die indruk maakt, en duidelijk het karakter van zijn bestemming weêrgeeft.
Dit ontwerp was als aangewezen voor uitvoering, door zijn plan, wat volkomen voldeed aan de gestelde eischen, door zijn gevels, die zich geheel schenen aantesluiten aan de architectuur van Holland, het land met vlakken horizon, grijzen hemel en vochtige nevels.
| |
| |
vredespaleis. (perspectief concours-project).
Cordonnier gaf zijn gebouwen een silhouet, wat stemmingsvol met den hemel versmelt, een detailleering die vibreert in een bestorven licht, een verleidelijk pittoresk karakter wat leven geeft, - omdat Holland de brandende zon mist, die pittige schaduwen werpt, die de eentonigheid van gebouwen in witten steen, met strenge plannen en gevels opfleurt.
Veel schoons, wat in dit ontwerp opgesloten ligt, is nu opgeborgen in de archieven, waaruit het nooit meer te voorschijn komt en Cordonnier moet zeer teleurgesteld zijn in het nu bijna voltooide gebouw niet méér te zien dan een familietrek van zijn bekroond ontwerp.
Niet alleen heeft het weglaten van drie torens groote wijziging gebracht in het totaal aspect, doch ook is het essentieele verloren.
Wanneer Cordonnier nu zijn bekroond ontwerp beschouwt, zullen die vier torens hem dan niet toeschijnen, als opgeheven armen van een treurend wezen, dat weêklaagt over een nooit te vergoeden verlies?
* * *
Als wij den werkzamen loopbaan van Cordonnier overzien, bemerken wij talrijke overwinningen, als zonnestralen schijnend, maar een sterke tegenstelling vormend met de vele moeilijkheden, die de schaduwen werpen op zijn gelaat.
De tegenwerkingen, welke hij als katholiek heeft ondervonden, verduisteren menigmaal den glimlach, die erkenning oproept.
Toch blijkt uit een samenvatting van zijn verschillende werken, zijn raadhuizen, ker-
| |
| |
vredespaleis (uitgevoerd project).
ken, beurzen, theaters, villa's en fabrieken, niet de voorvechter van een sterk geprononceerde politieke partij, noch de artiest, die ideeën-omwentelingen schept en alléén in één richting streeft.
Ieder van zijn werken weet hij een passend karakter te geven, variëerend in vele stijlperioden, maar gezegeld met zijn persoonlijk stempel.
Vooral zijn villabouw vertoont een opmerkelijk type.
Hierin treedt het pittoreske meer op den voorgrond dan in zijn monumentaal-bouw.
Door de meestal diep overhangende daken, die deze huizen als een beschuttende muts dekken en de bewoners goed beveiligen tegen regen en wind, of tegen de hitte eener brandende zomerzon, schijnen zij als paddestoelen, genoegelijk uit den grond te verrijzen, zijn zelfs eenigszins romantisch door hun planindeeling.
Ook zijn kerken dragen een bijzonder karakter. Hier vindt men niet de diepe symbolische gedachte der Gotiek, niet de atmospheer der Fransche kathedralen der 13de en 14de eeuw, maar een aansluiting aan den stijl van den vroegeren Christentijd, een samenvloeien van het Romaansch-Byzantijnsch.
Hoewel bekend als katholiek architect, kan Cordonnier hierdoor niet beschouwd worden als volgeling van Viollet Le Duc. Het ideaal van dezen genialen archeoloog-architect is met zijn dood verloren en mocht men nog enkele architecten vinden die trachten de Gotische bouwkunst wederom te doen opbloeien, in Frankrijk zijn deze zeer gering in aantal.
De kerken van Cordonnier blijven neutraler, omdat hij architectuur en alléén architectuur wil, ook om harentwille alléén architect is.
| |
| |
Om goed de architectonische atmospheer van zijn werken te bemerken, om deze zuiver te voelen, moeten wij haar lang beschouwen; langzaam ons inwerken en zien dóór de ommanteling die zijn werk omgeeft,.... doch eenmaal binnengedrongen bemerken wij de beweging, bemerken wij het eeuwig levende van zijn geest.
In Frankrijk gevoelt men het, langzaam is men door-gedrongen tot het innerlijke,... maar men heeft niet willen erkennen dat in zijn werk een deel van dat klassiek ware ligt, wat niet met den mensch sterft.
beurs te rijssel.
Nooit sloeg de Staat acht op den man, aan wien Frankrijk zooveel roem verschuldigd is, al hebben zich enkele rechtvaardige mannen hierover steeds verwonderd getoond.
Toen nu kort geleden de benoeming van Cordonnier bekend werd, tot Chevalier de la Légion d'Honneur, beschouwde men dat in het algemeen als een begin van veel, wat nog goed gemaakt moest worden.
Door deze benoeming eert de Staat een groot artist en behaalt eene overwinning op zichzelf.
Voor Cordonnier zou dit echter niet de eenige belooning zijn voor het vele, wat hij gaf.
Den 9en December j.l. is het bewezen, dat hij in Frankrijk een figuur van grooten invloed is en zijn capaciteiten van dien aard, dat hij als plaatsvervanger van den gestorven architect Mayaux tot ‘Membre de l'Institut’ gekozen werd.
Men kan slechts nagaan in welken graad zijn werken door de Fransche artisten worden gewaardeerd, door het feit, dat zijn mede-candidaten de 5 architecten: Deglane, Redon, Paulin, Lambert en Blavette waren.
Zijn overwinning is de wraak der bestemming tegenover datgene, wat de Staat hem zoolang onthield, en allen die een afschuw hebben van kleingeestigheid zullen zich hartelijk daarover veheugen.
Lambersart, Mei, 1912.
* * *
Biographische aanteekeningen en lijst van voornaamste werken:
1854. Geboren te Haubourdin (bij Rijssel), leerling van zijn vader J. Bte Cordonnier en van architect André aan de ‘Ecole des Beaux-arts’ te Paris. |
| |
| |
villa te hardelot-plage.
1885. Eerste prijs. Internationale prijsvraag voor een nieuwe beurs te Amsterdam. |
1887. ‘Hors Concours’. Internationale prijsvraag voor de restauratie der Cathedraal te Milaan. |
1887. Eerste prijs. ‘Académie de Lyon’ en ‘Société des arts décoratifs’ te Parijs. |
1890. Medaille 3de klas. ‘Société des Artistes Français’. |
1892. Gouden medaille. Belgische Salon te Gent. |
1892. Eere medaille. ‘Société des Artistes Français’. |
1893. ‘Hors Concours’. Internationale tentoonstelling te Chicago. |
1894. Eerste prijs. Prijsvraag voor een school van schoone kunsten en een conservatoire voor muziek te Rijssel. |
1897. Eerste medaille. Internationale tentoonstelling te Brussel. |
1900. ‘Grand prix’. Internationale tentoonstelling te Parijs. |
1900. Eerelid. ‘Société Centrale d'architecture de Belgique’. |
1902. Gouden medaille. Tentoonstelling te Rijssel. |
1903. Groote zilveren medaille. ‘Société Centrale des Architectes’. |
1904. Prijs ‘Bailly’. ‘Institut de France’. |
1906. Prijs ‘Dejean’. ‘Société Centrale des Architectes’. |
1906. Eerste prijs. Internationale prijsvraag voor het Vredespaleis te 's Gravenhage. |
1906. Correspondeerend lid. Keizerlijke vereeniging van Russische Architecten |
1907. Eerste prijs. Prijsvraag voor een theater te Rijssel. |
1907. Groote gouden medaille. (Prijs Kuhlman) ‘Société Industrielle du Nord de la France’. |
| |
| |
notre dame de pellevoisin (onvoltooid). beeldhouwwerk, beide torens en spits op den koepel onvoltooid.
1909. ‘Membre Correspondent’. ‘Institut de France’. |
1910. ‘Hors Concours’. Internationale tentoonstelling te Brussel. |
1911. ‘Chevalier de la Legion d'Honneur’ (17 Octobre). |
1911. ‘Membre de l'Institut de France’. (9 Décembre). |
1911. Lid van de jury van den Salon d'architecture in de Champs Elysées te Parijs en van de Jury d'admission. |
Cordonnier is de auteur van het monument voor Dr. Pasteur te Rijssel, van de raadhuizen te Loos; - La Madeleine; - Duinkerken; - van de kerken te Caudry; - Merville; - ‘St. Theodorus’ en ‘St. Eduard’ te Lens; - Calonne sur la Lys; - Allouagne; - ‘Notre Dame de Pellevoisin’ (Buisson) te Rijssel.
Architect van de badplaats Hardelot; - Vredespaleis te 's Gravenhage; - Theater te Rijssel; - Beurs te Rijssel, enz.
chapelle te hardelot-plage.
|
|