Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 22(1912)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 472] [p. 472] Liefde's onzekerheden door Annie Salomons. III Toen sprongen plotseling álle fonteinen En de zon scheen weer goud. Juichend sloeg 't leven door straten en pleinen, Ik wás niet meer eenzaam en oud. Zullen we de herfst nu dwingen te blijven Met onze wil, Dat heel de wereld om ons in verstijven Steeds staat zóó gouden en stervens-stil? Willen we nu een nieuw leven gaan bouwen, Van nieuwe waarden, naar een nieuw plan, Omdat ik tóch van je ben gaan houën, En niet anders meer kán? [pagina 473] [p. 473] IV Geluk, omdat ik ú verwacht, Heb ik aan vreugd de deur ontzeid; Nu ligt mijn ziel in stille pracht, Tot de vervulling van haar tijd. Dë oude schaamte om oude schuld Is eindlijk weggeteerd in pijn. Nu hoef ik niets dan zacht geduld, Tot ook die wonden zuiver zijn. Dan klinkt uw lang-gemiste stem, Zoo huiver-klaar, zoo zalig-mat: Ik kom van hem, ik kom van hem, Dien gij altijd hebt lief gehad. [pagina 474] [p. 474] V Laat mij dezë eenzame uren, Nu mijn ziel zich zelve schouwt. 'k Weet niet, of mijn droom zal duren, Als gij me in uw armen houdt. 'k Weet niet, of 'k niet, tegenstrevend, Kwetsen zal uw ongeduld, Wijl mijn trots mijn hevig-levend Hart met hardheid houdt omhuld. Of 'k de weelde nog kan dragen, Dat uw mond mijn haren streelt; Heb 'k niet al te lang het knagen Van mijn hunkering met tragen Plichtendwang mijzelf verheeld? Maar in dit gelaten staren, Nu mijn ziel zich stil bezint, Voel ik de oude blijheid klaren, Vage droomen als een kind. Schuwde ik ook ons lief vergaren, Eenzaam heb 'k u sterk gemind. Vorige Volgende