Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 22
(1912)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina t.o. 273]
| |
H.P. BERLAGE NZN., op steen geteekend door Chr. Lebeau.
| |
[pagina 273]
| |
perspectivische schets van het ontworpen kunstenaarshuis, arch. h.p. berlage nzn.
| |
Het kunstenaarshuis te Amsterdam
| |
[pagina 274]
| |
aaneensluiting, beter weerzijdsch begrijpen, meer harmonie te scheppen tusschen de beeldende kunsten onderling, tusschen litteratuur en muziek, litteratuur en tooneelspeelkunst, waarnaar al zoo lang en zoo diep verlangd wordt, dan is het een dergelijke samenwerking. En zal hierdoor alleen reeds de nederlandsche beschaving zonder twijfel in hooge mate gebaat worden, nog onmiddellijker contact tusschen kunst en algemeene cultuur zal kunnen ontstaan door het zich uitspreken, bij orgaan van hun Verbond, van de nederlandsche kunstenaars over alle openbare aangelegenheden waarmee de schoonheid gemoeid zal zijn. De romantische afzondering der artiesten in een buitenmaatschappelijke klasse heeft een eind. Zij zullen daarom geen ‘bourgeois’, nog minder ‘philisters’ worden - namen die duiden op bekrompenheid van gedachtenkring, geringheid van bemoeienis - want dáár alleen zullen zij hun stem doen hooren waar die stem boven alle andere verdiént te worden vernomen, d.i. overal waar het geldt schoonheid te stichten of schoonheid te doen eerbiedigen. Dit groot Verbond der kunsten vereischt een symbool; het Verbond van Kunstenaarsvereenigingen verlangt een waardige woning in de hoofdstad des lands. Die woning heete Kunstenaarshuis. Reeds vóór het definitief tot stand komen van het Verbond bespraken voorbereidende vergaderingen de noodzakelijkheid der stichting van zulk een Huis. Een afzonderlijke commissie werd voor dit doel gevormd, één kunstenaar uit elk der vijf groepen bij de voorbereiding betrokken, met den a.s. directeur van het Verbondsbureau van Auteursrecht, Mr. H.L. de Beaufort, als secretaris, en den grooten bouwmeester H.P. Berlage Nzn. (gekozen na een rondvraag onder de architectleden der vereenigingen) als bouwkundig adviseur. Deze commissie, dank zij de hulp van eenige kunstlievenden en aanzienlijken uit de wereld van handel en nijverheid, uitgebreid tot een grooter comité, maakte voorbereidingen en finantieele plannen. Zij stelde zich in contact met het Amsterdamsche gemeentebestuur en verkreeg voorkeur op een terrein gelegen aan de Roelof Hartstraat te Amsterdam, d.i. in het zich de laatste jaren snel ontwikkelende Zuiden der stad, dicht bij Concertgebouw en Musea, niet ver van het eerlang te verwachten spoorwegstation Zuid. En de heer Berlage maakte teekeningen. Hij projecteerde het gebouw op een plein, het preciese midden van zijn frontgevel juist in de as van de ruime Roelof Hartstraat, zoodat deze straat dus als 't ware de ‘avenue’ van het Huis vormen zal. Het Kunstenaarshuis dan, aan welks materieele mogelijkheid van bestaan tengevolge der veelzijdige bruikbaarheid niet valt te twijfelen, zal zijn de zetel van het Verbond van Kunstenaarsvereenigingen, en tevens van de te Amsterdam gevestigde genootschappen, tot het Verbond behoorend, die tot nog toe geen eigen gebouw bezaten. Het zal verder bevatten al de lokaliteiten, die door den arbeid en de ver strekkende bedoelingen van het Verbond worden vereischt: een groote zaal met tooneel, éven geschikt voor het houden van congressen als voor schouwburgvertooningen, andere vergader-, societeits-, leeszalen en foyers, een kleine concert- en een voordrachtzaal, ruime tentoonstellingslokalen met bovenlicht, en het reeds genoemde Bureau van Auteursrecht. Uiterlijk en innerlijk zal het worden een schoon en monumentaal huis, zijn bestemming waardig, immers wij twijfelen niet, of de ‘maatschappij tot stichting en in standhouding van het Kunstenaarshuis’ die weldra tot stand zal komen (in onverbrekelijk contact met het Verbond) zal de opdracht tot dezen bouw geven aan hem, die op zijn gewone, uitnemende wijze de commissie van bouwkundig advies heeft gediend, aan den genialen bouwmeester, wiens faam nog kort geleden tot over de groote zee bleek doorgedrongen te zijn, aan H.P. Berlage Nz. |
|