Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 22(1912)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] Reisliedje door Laurens van der Waals. Toen ik, weer in 't stadje komend waar dien nacht ik slapen zou, langs een grachtje trok en droomend zag hoe er een meisje gauw voortging en dán even wachtte, in de schuwe schemering, werd ik bang door de gedachte dat niet zij, maar gij, er ging. 'k Had zoo gaarne willen weten - ach, ik wist het wel mijn kind, 'k was het even maar vergeten door den zoelen avondwind - of gij het niet écht kondt wezen, of het wel een vreemde was,.... 't hart werd voller nog van vreeze; weifelender werd mijn pas. 'k Dorst niet dichter bij te komen, bang voor 't breken van mijn waan..; bang voor 't waar zijn mijner droomen dorst ik niet terug te gaan. Tot ze op haar lichte rappe kleine voetjes verder ging, nét alsof ze wou ontsnappen in de schaûw der schemering. Toen ben ik haar nageloopen, straatje uit en straatje in, ergends stond een deurtje open en daar ging ze éénsklaps in. 'k Heb daar nog een poosje toevig hopende op wacht gestaan...., ben toen traag en al te droevig, moe, naar mijn hotel gegaan. Vorige Volgende