Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 21

[p. 147]

Lied.
Door J. Reddingius.

Daar is een kracht, fijn-sterk, die 'k heb bemind,
sinds ik voor 't eerst verwonderd in mij hoorde
muziek van klanken, weldra wordend woorden,
kostbare schat voor een, die zich bezint.

Hij leeft en wekt altijd in ons het kind,
dat droomt verlangens-blij van hemelsche oorden,
hij hoort een lied als nooit het oor bekoorde,
O wonder-kracht, die alles overwint.

Hij maakt blij-rijk het armelijkste leven,
dat vindend wordt gevonden en te loor
gaat nimmer 't licht, dat door de ziele gleed.

Mij is 't of ik een heerlijk zingen hoor:
dàn wordt uw diepste wezen eerst verheven,
als het zich gevend alle leed vergeet.